Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Begrippen als “verheerlijking” zijn juridisch onvoldoende afgebakend en laten ruimte voor interpretatie op basis van politieke of morele voorkeur. Bestaande wetgeving, zoals artikel 132 Sr, biedt al voldoende mogelijkheden om haatzaaien of aanzetten tot geweld te bestraffen. Deze is bovendien duidelijker en voorzien van rechterlijke toetsing.

Het voorstel vormt een ernstige bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en demonstratierecht. Het lijkt ruimte te scheppen voor asymmetrische handhaving.

Dit voorstel vormt dan ook een bedreiging voor de democratie. Op dit moment zien we in het Verenigd Koninkrijk dat er weinig juridische afbakeningen zijn over wat wel en niet terrorisme is. Hierdoor worden actiegroepen die zich inzetten voor mensenrechten ten onrechte en zonder duidelijke, juridische, aanleiding gekenmerkt als terroristische organisatie. Vreedzame demonstranten riskeren een celstraf en kritiek op overheidsbeleid wordt zo de kop in gedrukt.

Kortom: dit wetsvoorstel ondermijnt fundamentele rechten en hoort niet thuis in een democratische rechtsstaat.

Muzikanten, publiek, politieke actievoerders, journalisten, kunstenaars, wetenschappers — allemaal lopen ze het risico om de mond gesnoerd te worden.