Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Mevrouw EJ Hagen
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
22 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Ik ben het niet eens met dit conceptwetsvoorstel om de volgende redenen:
Bedreiging van de vrijheid van meningsuiting
Dit voorstel brengt fundamentele grondrechten in gevaar. De vrijheid van meningsuiting, verankerd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, vormt een hoeksteen van onze democratische rechtsstaat. Het strafbaar stellen van uitingen, ook verwerpelijke, creëert een gevaarlijk precedent dat de grenzen van acceptabele meningsuiting kan vernauwen.
Vaagheid van begrippen
Termen als "verheerlijken" en "openlijke steunbetuiging" zijn juridisch vaag en laten ruimte voor brede interpretatie. Dit schept rechtsonzekerheid en kan leiden tot willekeurige handhaving. Waar ligt precies de grens tussen het uiten van begrip voor motieven, academische analyse, of journalistieke verslaggeving en strafbare verheerlijking?
Bestaande wetgeving is toereikend
Nederland beschikt reeds over uitgebreide antiterrorismewetgeving. Directe aanzetting tot geweld, het verstrekken van steun aan terroristische organisaties en voorbereiding van terroristische aanslagen zijn al strafbaar. Het is onduidelijk waarom aanvullende strafbaarstellingen noodzakelijk zouden zijn.
Risico van onevenredige toepassing
Dergelijke wetten kunnen onevenredig hard uitpakken voor kwetsbare groepen en jongeren die zich laten verleiden tot provocerende uitlatingen zonder werkelijke terroristische intenties. Dit kan juist tot verdere radicalisering en vervreemding leiden.
Een effectieve terrorismebestrijding vraagt om gerichte maatregelen, niet om brede beperkingen van fundamentele vrijheden die de basis vormen van onze open samenleving.