Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Als burger binnen een democratische rechtsstaat en lidstaat van de Europese Unie, verzet ik mij principieel tegen het voorgestelde wetsvoorstel dat het verheerlijken van terrorisme en het publiekelijk betuigen van steun aan terroristische organisaties strafbaar stelt. Mijn bezwaar is geworteld in fundamentele rechtsprincipes en internationale verdragen die de vrijheid van meningsuiting waarborgen.

?? Schending van fundamentele rechten

Het wetsvoorstel druist in tegen:

• Artikel 7 en 10 van de Nederlandse Grondwet
Deze artikelen garanderen de vrijheid van meningsuiting en het recht op vrije verspreiding van informatie, behoudens beperkingen bij wet. De voorgestelde strafbaarstelling is zodanig vaag geformuleerd dat het risico op willekeur en overmatige inperking van deze rechten reëel is.
• Artikel 11 van het EU-Handvest van de Grondrechten
Dit artikel waarborgt de vrijheid van meningsuiting en informatie binnen de EU. Beperkingen zijn slechts toegestaan indien ze noodzakelijk, proportioneel en wettelijk bepaald zijn in het belang van nationale veiligheid of openbare orde A.
• Artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
Vrijheid van meningsuiting mag slechts worden beperkt indien dit noodzakelijk is in een democratische samenleving. De voorgestelde wet mist een duidelijke definitie van “verheerlijking” en “steunbetuiging”, waardoor het risico op misbruik en chilling effects op maatschappelijk debat ontstaat.
• Artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM)
Dit artikel stelt dat iedereen het recht heeft om informatie en ideeën te zoeken, te ontvangen en te verspreiden, ongeacht grenzen.