Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Amsterdam
Datum 14 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Dit wetsvoorstel vormt een onevenredige inperking van grondrechten zoals vastgelegd in de Grondwet (art. 7 en 9) en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (art. 10 en 11 EVRM). De gebruikte termen “verheerlijken” en “steun betuigen” zijn vaag en subjectief, wat strijdig kan zijn met het legaliteitsbeginsel (art. 7 EVRM, Kokkinakis t. Griekenland, 1993) en het vereiste van voorzienbaarheid (Sunday Times t. VK, 1979).

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft meermaals geoordeeld dat politieke en controversiële uitingen bijzondere bescherming verdienen, zelfs als deze choquerend of verontrustend zijn (Handyside t. VK, 1976; Stomakhin t. Rusland, 2018). Ook uit Zana t. Turkije (1997) en Gözel en Özer t. Turkije (2010) blijkt dat veroordelingen wegens vermeende “verheerlijking” van geweld of terrorisme alleen toelaatbaar zijn bij een “dwingende maatschappelijke noodzaak” én een directe oproep tot geweld.

Bestaande Nederlandse wetgeving (o.a. art. 131, 132, 137d Sr) biedt reeds voldoende mogelijkheden om opruiing, haatzaaien en aanzetten tot terrorisme aan te pakken. Deze uitbreiding vergroot vooral het risico op willekeurige interpretatie en een chilling effect, waarbij mensen uit angst voor vervolging afzien van legitieme meningsuiting en demonstratie.

Ik verzoek daarom dit wetsvoorstel niet in te dienen, of het te beperken tot ondubbelzinnige, directe oproepen tot terroristisch geweld, met behoud van ruimte voor legitiem maatschappelijk debat, journalistiek, academisch onderzoek en vreedzaam protest.

Bijlage

  • Bijlage