Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Onderwerp: Bezwaarschrift tegen wetsvoorstel inzake strafbaarstelling van ‘terrorismeverheerlijking’

Geachte leden van de Tweede Kamer,

Als kind leerde ik dat vrijheid van meningsuiting de basis vormt van een democratische samenleving. Deze vrijheid is niet alleen een grondrecht, maar ook een fundament waarop onze rechtsstaat rust. Het huidige wetsvoorstel tot strafbaarstelling van ‘terrorismeverheerlijking’ vormt een ernstige bedreiging voor dit fundament.

In landen waar vergelijkbare wetgeving is ingevoerd, zoals in het Verenigd Koninkrijk, is gebleken dat de toepassing ervan tot willekeur leidt. Demonstranten die opkomen voor mensenrechten, zoals tegenstanders van genocide in Gaza, kunnen onder deze wetgeving onterecht worden beschuldigd van het verheerlijken van een terroristische organisatie. Dit criminaliseert vreedzaam protest, ondermijnt het maatschappelijk debat en leidt tot arrestaties van onschuldige mensen.

Een dergelijk wetsartikel creëert een juridisch grijs gebied waarin de interpretatie van “verheerlijking” sterk afhankelijk wordt van de politieke kleur van de zittende regering. Daarmee wordt de deur opengezet voor selectieve en politiek gemotiveerde vervolging. In plaats van de democratie te beschermen tegen extremisme, kan deze wet juist worden ingezet als instrument om politieke tegenstanders of minderheidsstandpunten te onderdrukken.

Vrijheid van meningsuiting is niet vrijblijvend; juist in tijden van crisis moet deze worden beschermd. De geschiedenis leert dat het inperken van dit recht in naam van veiligheid uiteindelijk leidt tot een verzwakking van de democratische orde zelf.

Ik verzoek u daarom dringend dit wetsvoorstel te verwerpen en in plaats daarvan te investeren in maatregelen die zowel veiligheid als grondrechten waarborgen.