Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Rotterdam
|
Datum
|
16 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Kritische beschouwing over de voorgestelde wet tegen terrorismeverheerlijking
Het is zorgwekkend dat de discussie rond deze wet volledig los lijkt te staan van de bredere geopolitieke context waarin zij wordt geplaatst. Hoewel de wet gericht is op het bestrijden van terrorisme, is het van cruciaal belang om te erkennen dat de definitie van terrorisme niet universeel is. Het voorbeeld van Hamas illustreert dit probleem: in veel Westerse landen wordt Hamas als terreurorganisatie bestempeld, terwijl dit niet het geval is volgens de Charter van de Verenigde Naties, noch door andere internationaal erkende instanties zoals de BBC. Het overgrote deel van de wereld ziet Hamas eerder als een reactionair antwoord op een langdurige Israëlische bezetting.
Historische context is hierbij bepalend. Er zijn gedocumenteerde gevallen waarin de Israëlische regering Hamas jaren lang, direct of indirect, heeft gesteund als onderdeel van een verdeel-en-heersstrategie. Dit maakt het problematisch om uitingen van steun aan of verheerlijking van Hamas automatisch als terrorisme te classificeren. In een situatie van een de facto bezetting, erkend door het internationaal recht, verdient het politieke motief van dergelijke organisaties een genuanceerde beoordeling, in plaats van een absolute juridische veroordeling.
Het lijkt erop dat deze wet, onder het mom van terrorismebestrijding, eerder een instrument kan worden om fundamentele vrijheden en grondrechten in te perken. Mensen die zich uitspreken tegen ernstige mensenrechtenschendingen, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid lopen hierdoor het risico het doelwit te worden van strafrechtelijke maatregelen. Dit roept ernstige vragen op over proportionaliteit en de bescherming van vrijheid van meningsuiting in het kader van de internationale rechtsorde.
Samenvattend is het van essentieel belang dat wetgeving rond terrorismeverheerlijking niet wordt geïsoleerd van de complexe internationale context waarin bepaalde groepen opereren. Zonder deze nuance dreigt de wet een instrument te worden voor politieke beïnvloeding, eerder dan voor daadwerkelijke bescherming tegen geweld.