Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Drs. M. Greveling
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
12 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Geachte leden van het Ministerie van Justitie en veiligheid,
Hoezeer de voorgestelde wetstekst transparant en eenduidig uitlegbaar lijkt te zijn, is niets minder waar.
Ik ben zeker geen voorstander van geweld noch van gewelddadige aanslagen, maar niet elke organisatie die als terroristisch is bestempeld of dreigt te worden bestempeld, is gewelddadig of beoogt dat te zijn. Het beste voorbeeld is de actiegroep Extinction Rebellion die de middelen van burgerlijke ongehoorzaamheid gebruikt om aandacht te vragen voor wat de groep, terecht, aanmerkt als zaken van levensbelang, te weten: de uitsterving van soorten onder invloed van een ernstige op ons afstormende klimaatcrisis, een crisis die inmiddels door weinigen nog ontkend. Zonder nadere specificatie van ‘terreur’, ‘terreurgroepen’ en ‘terreurdaden’ is dit wetsvoorstel veel te kwetsbaar om naar willekeur te worden gebruikt.
Tevens ontbreekt elk historisch perspectief. De verzetsbeweging ANC is jarenlang als terreurbeweging aangemerkt hoezeer het hier ook ging om een uiterst middel om een einde te proberen te maken aan een zeer onrechtvaardig apartheidsbewind.
Zgn. Terreurbewegingen kunnen de wapens neerleggen wanneer concreet uitzicht is op een verandering ten goede en in overeenstemming met bijv. De verklaring van de rechten van mens.
Menig vrijheidsstrijd wordt aangemerkt als terreur door degenen die de status quo willen handhaven, of dat nu wel of niet gerechtvaardigd is in het perspectief van internationale afspraken omtrent het recht van individuen, volkeren of staten. Hetzelfde geldt voor de vrijheidsstrijder die als terrorist wordt gebrandmerkt.
Omdat de zaken rondom ‘terrorisme’ minder eenduidig zijn dan ze op het eerste gezicht lijken, acht ik dit wetsontwerp, en dus alle drie artikelen, ongewenst en een potentiële bedreiging voor de vrijheid van politieke meningsuiting.
Ik verzoek het Ministerie om deze punten in overweging te nemen en het wetsvoorstel in te trekken.
Met vriendelijke groet,
Monique Greveling