Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam C Rut
Plaats Nijmegen
Datum 15 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Hoewel het doel van het wetsvoorstel – het tegengaan van terrorisme en radicalisering – op zichzelf legitiem is, zijn er fundamentele bezwaren tegen de voorgestelde strafbaarstelling, met name vanuit het perspectief van de vrijheid van meningsuiting en de rechtsstatelijke duidelijkheid.
1. Onduidelijke afbakening van het begrip "verheerlijking"
De term "verheerlijking" is juridisch vaag en laat ruimte voor subjectieve interpretatie. Wat voor de één een ernstige steunbetuiging is, kan voor een ander een politieke uiting of scherpe kritiek zijn op het buitenlandse beleid van een staat. Zonder duidelijke definitie kan de wet leiden tot willekeur of ongelijke toepassing. Deze vaagheid kan burgers afschrikken om zich publiek uit te spreken, ook wanneer hun uitingen niet tot geweld oproepen.
2. Onevenredige inperking van de vrijheid van meningsuiting
Het wetsvoorstel dreigt een chilling effect te hebben op het maatschappelijk debat, vooral in politiek gevoelige kwesties. Vrijheid van meningsuiting, ook over controversiële of onwelgevallige onderwerpen, is een essentieel onderdeel van een democratische rechtsstaat. Uitspraken die niet direct oproepen tot geweld of haat zouden niet strafbaar moeten zijn, ook als ze onsmakelijk of schokkend worden gevonden.
3. Bestaande wetgeving is al toereikend
Nederland beschikt al over wetgeving die opruiing, haatzaaien, bedreiging en deelname aan terroristische organisaties strafbaar stelt. Het voorstel voegt hier weinig inhoudelijks aan toe, maar vergroot wél het risico op overcriminalisering. Het is de vraag of de noodzaak en proportionaliteit van deze aanvullende strafbaarstelling voldoende onderbouwd zijn.
4. Risico op politieke willekeur
In een gepolariseerd politiek klimaat kan een dergelijke wet gebruikt of misbruikt worden om politieke tegenstanders te criminaliseren, vooral als het gaat om steunbetuigingen aan bevrijdingsbewegingen die door sommige staten als "terroristisch" worden bestempeld. Hiermee komt het risico in beeld dat strafrecht wordt ingezet als politiek instrument.
Conclusie
Het wetsvoorstel is overbodig, onduidelijk en vormt een risico voor de vrijheid van meningsuiting. In plaats van dit soort vage uitingsdelicten in te voeren, zou de overheid moeten investeren in maatschappelijke weerbaarheid en gerichte aanpak van daadwerkelijk gewelddadige extremisten, met respect voor fundamentele vrijheden.