Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Geachte heer/mevrouw,

Met deze reactie wil ik fundamentele bezwaren uiten tegen het wetsvoorstel dat het verheerlijken van terrorisme en het betuigen van steun aan terroristische organisaties strafbaar stelt. Deze bezwaren raken aan juridische, democratische, sociale en veiligheidsaspecten.

Juridisch:
Het voorstel raakt aan de vrijheid van meningsuiting (Grondwet art. 7, EVRM art. 10). Begrippen als “verheerlijken” en “steun betuigen” zijn vaag en kunnen leiden tot willekeur, wat strijdig is met het legaliteitsbeginsel. Ook bestaat overlap met bestaande strafbepalingen zoals opruiing en deelneming aan terroristische organisaties, wat rechtspraktijk kan compliceren.

Democratisch:
Het voorstel kan leiden tot zelfcensuur en verarming van het publieke debat. Burgers en journalisten kunnen zich beperkt voelen in het uiten van kritiek uit angst voor vervolging. Er is bovendien risico op selectieve toepassing tegen activisten of minderheden.

Sociaal:
De wet kan stigmatiserend werken voor bepaalde etnische of religieuze groepen, wat sociale spanningen en wantrouwen jegens de overheid versterkt. Strafbaarstelling van onduidelijk gedefinieerde uitingen kan de dialoog over radicalisering bemoeilijken, terwijl openheid juist essentieel is voor preventie.

Veiligheid:
Het is de vraag of deze strafbaarstelling effectief bijdraagt aan terrorismebestrijding. Radicalisering kan hierdoor ondergronds gaan, waardoor signalen moeilijker te detecteren zijn en veiligheidsdiensten informatiepositie verliezen.

Conclusie:
Hoewel het doel legitiem is, roept dit voorstel ernstige vragen op over proportionaliteit, effectiviteit en grondrechten. Ik verzoek u dan ook dringend dit wetsvoorstel in te trekken.

Hoogachtend,
Sanne Verheijen
Dordrecht
13-8-2025