Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel vormt een bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting in Nederland en daarmee voor de democratie. Door de vage formulering, bestaat het risico dat politieke voorkeuren bepalen wat wel en niet door de beugel kan en wat bestempeld wordt als terroristische organisatie. Elke beweging die de bestaande machtsstructuren ter discussie stelt, loopt op deze manier gevaar. Elke beweging die opkomt voor onmenselijkheden in de rest van de wereld, loopt op deze manier gevaar.

Dat met dit wetsvoorstel handelingen als het demonstreren met of in het openbaar dragen van bepaalde kleding met logo’s of slogans van terroristische organisaties, het zwaaien met vlaggen en het (op sociale media) uiten van waarderingen over terroristische organisaties, strafbaar kan worden gesteld is een route die leidt naar beperking van de geluiden in de samenleving, van manieren die nodig zijn om zich te uiten tegen onrecht, tegen keuzes die gemaakt worden, tegen bestaande ongelijkheid in de samenleving en in de wereld en om uiting te geven aan de zorgen die er zin. Daarnaast betekent dit dat er een grote controle nodig is op de samenleving om de waardering over terroristische organisaties in de gaten te houden als er gelet moet worden op de uitingen die er kunnen zijn en de manieren waarop deze naar voren komen.

Protest kan een manier zijn om veranderingen in de gang te brengen, om belangrijke zaken op de spreektafel te krijgen. De formulering van het wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid om bijvoorbeeld het verzet tegen de genocide in Gaza te criminaliseren en de maatschappelijke bewegingen die zich hier solidair mee tonen, daarin mee te trekken.

Het wetsvoorstel dat er nu ligt, biedt een opening om politieke voorkeuren te doen laten gelden. Het is aan de rechter om te oordelen. En bestaande wetten bieden daar voldoende mogelijkheden toe. Denk aan artikel 132 uit het wetboek van Strafrecht waarmee de openbare orde al voldoende beschermd wordt.

Daarom bescherm het recht op verzet, op solidariteit en op de vrijheid van meningsuiting. Bescherm de democratie en de geluiden uit de samenleving en zie die als waardevol.