Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Beste Commissie,

Ik maak mij ernstige zorgen over het voorgestelde wetsartikel dat openlijk verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties strafbaar stelt. Hoewel veiligheid belangrijk is, acht ik deze wet niet proportioneel en te onduidelijk en ze bedreigt fundamentele democratische waarden.

1. Onvoldoende afgebakende begrippen
Termen zoals “verheerlijken”, “openbaar”, en “kan verstoren” zijn onvoldoende concreet omschreven. Dit leidt tot grote interpretatievariatie en kan leiden tot willekeur in toepassing, wat in strijd is met het legaliteitsbeginsel. Adviesraden hebben dit nadrukkelijk onderstreept.

2. Onbedoelde gevolgen voor politiek debat
Dit wetsvoorstel kan makkelijk worden toegepast op protestuitingen die geen directe oproep tot geweld inhouden — denk aan symbolen, slogans of leuzen die eerder solidariteit of kritiek uitdrukken. Dat bedreigt de vrije werking van ons democratisch debat. Diverse kritische commentatoren delen deze vrees.

3. Disproportionele inperking van vrijheid van meningsuiting
Artikel 10 EVRM beschermt ook provocerende, abstracte of controversiële uitingen, tenzij deze direct oproepen tot geweld of haat. Dit wetsvoorstel gaat verder dan bestaande bepalingen zoals opruiing of haatzaaien en criminaliseert zorgvuldig geselecteerde meningen of uitingen.

Conclusie
Ik verzoek om verwijdering of herformulering van de vage elementen in deze wet, en om extra garantiebepalingen zodat duidelijk is wat wel en niet strafbaar is. Zonder scherpe herformulering dreigt juist dat democratische debat wordt gesmoord onder vage juridische begrippen.