Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam TPM van Gorp
Plaats Amsterdam
Datum 12 augustus 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Hoewel het bestrijden van terrorisme een legitiem doel is, acht ik dit wetsvoorstel onnodig, disproportioneel en riskant voor onze democratische rechtsstaat.

Artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 EVRM beschermen ook controversiële of onsmakelijke uitingen. Alleen directe en concrete aanzetten tot geweld rechtvaardigen strafbaarstelling. “Verheerlijken” of “steun betuigen” is vaak subjectief en niet altijd een oproep tot geweld. Door zulke uitingen te criminaliseren verschuift de grens van het strafrecht gevaarlijk richting opinie en meningsvorming.

Begrippen als “verheerlijken” en “openlijk steun betuigen” zijn juridisch onduidelijk. Dit leidt tot rechtsonzekerheid en het risico op willekeurige of selectieve handhaving, wat het vertrouwen in de overheid kan schaden.

Verder is er weinig bewijs dat strafbaarstelling van meningsuitingen radicalisering tegengaat. Integendeel: repressie kan extremisten in een martelaarsrol plaatsen en polarisatie versterken. Preventie, onderwijs en dialoog zijn bewezen effectievere en minder vrijheidsbeperkende strategieën.

Afsluitend, het huidige strafrecht biedt al middelen om daadwerkelijke dreiging aan te pakken, zoals opruiing (art. 131 Sr), verspreiding van opruiende uitingen (art. 132 Sr) en steun aan terroristische organisaties (art. 140a Sr). Extra bepalingen zijn overbodig.

Het voorgestelde wetsvoorstel bedreigt fundamentele vrijheden, creëert rechtsonzekerheid en draagt weinig bij aan de veiligheid. De bestrijding van terrorisme moet plaatsvinden binnen de kaders van de rechtsstaat, juist om te beschermen wat terrorisme tracht te ondermijnen.