Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel pretendeert gericht te zijn op het tegengaan van terrorisme, maar laat in zijn formulering en uitwerking zien dat het in essentie iets anders beoogt: het inperken van politieke meningsuiting onder het mom van veiligheid.

Terreur wordt in het dominante westerse discours en ook in deze wet vrijwel uitsluitend geassocieerd met islamitisch geïnspireerd geweld. De tekst verwijst impliciet maar duidelijk naar jihadistische dreiging. Dat er wereldwijd ook genocidale regimes terreur uitoefenen met extreemrechtse, racistische of koloniale motieven, blijft volledig buiten beeld.

Bovendien vallen binnenlands extreemrechtse politici die openlijk opruien tegen migranten en moslims, zoals Geert Wilders, evenmin onder het bereik van deze wet. Terwijl juist zij met woord en daad bijdragen aan een gewelddadig klimaat waarin minderheden onveilig zijn. Als het verheerlijken van geweld werkelijk strafbaar wordt gesteld, waarom vallen dergelijke uitingen daar dan niet onder?

De selectieve focus van deze wet is daarom geen toevalligheid, maar een ideologische keuze. In plaats van terrorisme in de volle breedte aan te pakken, wordt het begrip misbruikt om kritische stemmen en dissidente meningen, met name van migranten, moslims en activisten, te delegitimeren en mogelijk te criminaliseren.

Daarmee tast dit voorstel niet alleen de vrijheid van meningsuiting aan, maar ondermijnt het de fundamenten van een open democratische samenleving. Onder het mom van het beschermen van de rechtsstaat wordt deze juist verzwakt.

Ik pleit dan ook voor volledige intrekking van dit wetsvoorstel.