Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Geachte leden van het ministerie,

Met zorg volg ik het wetsvoorstel dat het verheerlijken van terrorisme en het tonen van steun aan bepaalde organisaties strafbaar wil stellen. Ik begrijp de noodzaak om extremisme te bestrijden, maar de huidige tekst schept een gevaarlijk brede strafbaarstelling. Daardoor kunnen ook uitingen die niets met geweld te maken hebben, toch als strafbaar worden gezien.

Een concreet voorbeeld is het gebruik van de watermeloen als symbool voor steun aan de bevolking van Gaza. Hoewel dit symbool door velen puur als uiting van solidariteit wordt gedragen, zou het – door de ruime definities – kunnen worden geïnterpreteerd als indirecte steun aan Hamas. Dit zou betekenen dat een vreedzaam teken van empathie in de praktijk kan worden bestraft.

Mijn bezwaren richten zich op drie punten:
1. Vrijheid van meningsuiting onder druk
Onze Grondwet (art. 7) en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (art. 10) beschermen ook impopulaire of gevoelige standpunten. Alleen directe, doelbewuste aanmoediging tot concrete gewelddaden mag strafbaar zijn.
2. Zelfcensuur en angst
Als mensen vrezen dat een symbool of slogan verkeerd kan worden uitgelegd, zullen ze hun mening niet meer publiek uiten. Dit verarmt het maatschappelijk debat.
3. Kans op selectieve toepassing
Vage grenzen vergroten de kans dat bepaalde bevolkingsgroepen of politieke stromingen zwaarder worden getroffen, wat polarisatie verdiept.

Mijn verzoek aan de wetgever:
• Formuleer de wet zo dat alleen uitingen die onmiskenbaar bedoeld zijn om concreet geweld of terroristische handelingen aan te moedigen, onder de straf vallen.
• Leg expliciet vast dat vreedzame politieke of culturele symbolen, zoals de watermeloen, daarbuiten vallen.
• Laat vooraf een onafhankelijke grondrechtentoets uitvoeren met inbreng van persvrijheids- en mensenrechtenorganisaties.

Een samenleving die veiligheid wil beschermen, moet dat doen zonder de fundamenten van haar democratische vrijheden op te offeren.