Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amersfoort
|
Datum
|
22 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Met deze reactie spreek ik mijn fundamentele bezwaar uit tegen dit wetsvoorstel. Hoewel het beschermen van de samenleving tegen terreur belangrijk is, is deze wet in strijd met de kernwaarden van onze rechtsstaat.
Het wetsvoorstel introduceert strafbaarstellingen op basis van vage begrippen als “verheerlijken” en “steun betuigen”. Zulke formuleringen zijn onvoldoende precies en daarmee strijdig met het legaliteitsbeginsel (art. 1 Sr). Burgers moeten exact kunnen weten wat strafbaar is – deze wet laat te veel ruimte voor interpretatie.
Daarnaast is er sprake van een directe inperking van de vrijheid van meningsuiting (art. 7 Grondwet, art. 10 EVRM). Die vrijheid beschermt ook controversiële of schurende uitingen, zolang ze niet aanzetten tot geweld of haat. Juist dat onderscheid maakt onze democratie weerbaar.
Bestaande wetten bieden bovendien al voldoende mogelijkheden: opruiing (art. 131 Sr), haatzaaien (art. 137d Sr), steun aan terroristische organisaties (art. 140a Sr) en deelname aan terrorisme (art. 83 Sr). Dit voorstel voegt daar niets aan toe, maar schept wel ruimte voor selectieve handhaving en een chill-effect: burgers en professionals zullen zich uit angst voor vervolging inhouden, ook bij legitieme maatschappelijke of politieke kritiek.
In plaats van veiligheid te versterken, tast deze wet het publieke vertrouwen, de rechtszekerheid en het open debat aan. Het is daarom niet wenselijk, niet noodzakelijk en niet proportioneel.
Ik verzoek u dan ook dit wetsvoorstel niet te herzien, maar volledig in te trekken.
Met vriendelijke groet,