Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Rotterdam
Datum 24 juni 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Hoewel terrorismebestrijding een legitieme doelstelling is, brengt dit voorstel een ernstige inbreuk op fundamentele rechten met zich mee, ondermijnt het de democratische rechtsorde, en is het bovendien juridisch overbodig.

Het wetsvoorstel vormt een directe en zware inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Die vrijheid omvat nadrukkelijk ook het recht om controversiële, impopulaire of provocerende standpunten te uiten. De vraag wie een “terrorist” is, is vaak afhankelijk van tijd, context en politiek perspectief. Het criminaliseren van sympathie of waardering voor zulke actoren kan het democratisch debat ernstig verstikken.

Vrijheid van meningsuiting, godsdienst en demonstratie zijn geen luxe rechten, maar fundamentele uitlaatkleppen voor maatschappelijke onvrede en politieke overtuigingen. Zij bieden mensen vreedzame en legitieme manieren om zich te uiten richting overheid en samenleving. Wanneer die vreedzame kanalen worden afgesloten, beperkt of strafbaar gesteld, neemt het risico toe dat mensen zich genoodzaakt voelen hun toevlucht te nemen tot geweld, sabotage of andere strafbare vormen van protest.

De wet voorziet al in strafbaarheid van opruiing, aanzetten tot geweld, ronselen voor terroristische organisaties en andere vormen van actieve steun aan terrorisme. Verheerlijking die daadwerkelijk aanzet tot strafbare feiten is dus al vervolgbaar. Dit wetsvoorstel voegt daar niets aan toe, maar maakt juist onschuldige of ambiguë uitingen strafbaar met alle gevolgen van dien voor de rechtszekerheid.

Een bijkomend risico is dat mensen die radicale of controversiële denkbeelden hebben, zich terugtrekken in besloten kringen of online bubbels. In plaats van hun opvattingen publiekelijk te kunnen uitspreken en bekritiseerd te worden, verdwijnen zij uit beeld. Zo verliest de samenleving het zicht op mogelijk zorgelijke denkbeelden. Dat belemmert vroegtijdige interventie en sluit het gesprek dat tot de-radicalisering kan leiden volledig uit.

Juist het open debat - ook over gevoelige of controversiële onderwerpen - voorkomt dat frustraties zich ondergronds opstapelen. Criminalisering van uitingen kan dus contraproductief uitpakken en uiteindelijk bijdragen aan het ontstaan van het extremisme dat het beoogt te bestrijden.