Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Het wetsvoorstel om “verheerlijken van terrorisme” en “steun aan terroristische organisaties” strafbaar te stellen is geen bescherming van veiligheid, maar een wapen om kritische stemmen te onderdrukken. In de praktijk dreigt vooral vreedzame steun aan Palestina gecriminaliseerd te worden, terwijl openlijke steun aan Israël, ook bij mensenrechtenschendingen, ongemoeid blijft. Dit is selectieve rechtspraak, pure hypocrisie en een aanval op fundamentele vrijheden.

Mijn bezwaar:

1. Vrijheid van meningsuiting – Gewaarborgd in artikel 7 Grondwet en artikel 10 EVRM; mag alleen beperkt worden als dat strikt noodzakelijk en proportioneel is. Dit voorstel is te ruim en bestraft ook onschuldige meningen.


2. Onduidelijkheid – Begrippen als “verheerlijken” en “steun” zijn vaag, waardoor willekeurige en politieke interpretatie dreigt.


3. Chilling effect – Angst voor vervolging zal kritisch debat, activisme en journalistiek verstikken.


4. Overbodig – Bestaande wetgeving (zoals opruiing) biedt al voldoende bescherming tegen oproepen tot geweld.


5. Risico op discriminatie – Minderheden en politieke tegenstanders zullen onevenredig geraakt worden, wat vertrouwen in de rechtsstaat schaadt.



Ik verzoek de Kamer het voorstel te verwerpen of aan te passen met duidelijke waarborgen voor vrijheid van meningsuiting, objectieve criteria en bescherming van vreedzaam protest. In een democratie gelden fundamentele rechten voor iedereen, niet alleen voor wie de politiek goed uitkomt.