Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Het wetsvoorstel om het verheerlijken van terrorisme en het openlijk betuigen van steun aan terroristische organisaties strafbaar te stellen, stuit op verschillende juridische en praktische bezwaren. Mijn belangrijkste zorg is dat de wet de grenzen van de vrijheid van meningsuiting raakt; ook uitingen die puur bewondering of verheerlijking uitdrukken, zonder oproep tot geweld, zouden strafbaar kunnen worden gesteld. Daarnaast is het gebruik van begrippen als “verheerlijken” en “steun betuigen” relatief vaag en open voor interpretatie, waardoor rechtszekerheid in gevaar kan komen en handhaving problematisch wordt. De definitie van terrorisme zelf is juridisch complex en afhankelijk van subjectieve criteria zoals ideologische motieven en het beoogde effect op de samenleving, wat grensgevallen kan opleveren. Bovendien is het de vraag of criminalisering van symbolische of online uitingen daadwerkelijk effectief bijdraagt aan het tegengaan van radicalisering, terwijl het wel risico’s met zich meebrengt zoals stigmatisering van bepaalde groepen en een chilling effect op legitieme discussie. De kans bestaat ook dat de wet in sommige gevallen strijdig kan zijn met internationale en Europese normen voor vrijheid van meningsuiting.

Op basis van bovenstaande overwegingen spreek ik hierbij mijn bezwaar uit tegen dit wetsvoorstel.