Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Beste lezer,

Reactie op consultatie – Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Ik wijs dit wetsvoorstel in zijn geheel af. Mijn bezwaren zijn zowel principieel als juridisch van aard.
A. Risico op misbruik en politieke interpretatie
De begrippen “terrorist” en “terrorisme” worden internationaal en nationaal op uiteenlopende en soms politiek gekleurde wijze gebruikt. Deze vaagheid schept een groot risico dat het wetsvoorstel zal worden ingezet om politieke of maatschappelijke meningen te onderdrukken, ook wanneer deze géén directe aanzet tot geweld bevatten.
B. Schending van het recht op vrije meningsuiting
Artikel 7 van de Grondwet, artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) beschermen de vrijheid van meningsuiting, ook voor uitingen die als schokkend of controversieel worden ervaren. Beperkingen zijn slechts toegestaan wanneer deze wettelijk zijn vastgelegd, een legitiem doel dienen én noodzakelijk en proportioneel zijn in een democratische samenleving. Het voorstel schendt deze vereisten, omdat het ook uitingen strafbaar stelt die geen directe en concrete aanzet tot geweld vormen.
C. Chilling effect en selectieve toepassing
De brede formulering van het wetsvoorstel zal leiden tot zelfcensuur bij burgers, journalisten en maatschappelijke organisaties. In de huidige internationale context, waaronder het Palestijns-Israëlisch conflict, is het risico op selectieve handhaving bijzonder groot.
D. Ontbreken van objectieve afbakening
Zonder een duidelijke en internationaal geharmoniseerde definitie van “terrorisme” en “verheerlijken” opent dit voorstel de deur naar willekeur en misbruik.

Conclusie
Het voorstel vormt een ernstige bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting en de democratische rechtsstaat. Het is in strijd met:
• Artikel 7 van de Grondwet;
• Artikel 10 EVRM;
• Artikel 19 IVBPR.

Om deze redenen mag het wetsvoorstel niet worden aangenomen.

De mensheid rekent op u.

Hoog achtend,
S.S.