Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Dit wetsvoorstel vormt een ernstige bedreiging voor de vrijheid van meningsuiting en het recht op vreedzaam protest. In de huidige context, waarin steun aan Palestijnen in Nederland al structureel en systemisch wordt verdacht gemaakt, kan deze wet leiden tot verdere criminalisering van politieke solidariteit.

De afgelopen maanden zijn vreedzame pro-Palestijnse demonstranten herhaaldelijk geconfronteerd met intimiderende politieoptredens, het verwijderen van spandoeken, het ontbinden van bijeenkomsten en het verliezen van banen of posities wegens publieke steunbetuigingen. Kritiek op de rol van Israël in Gaza wordt regelmatig gelijkgesteld aan steun voor terrorisme, ook als die kritiek gebaseerd is op gedocumenteerde mensenrechtenschendingen door o.a. de VN, Human Rights Watch en Amnesty International.

Het risico is reëel dat deze wet gebruikt zal worden om protesten tegen oorlogsmisdaden, genocide en bezetting monddood te maken. Dit staat op gespannen voet met:
Artikel 7 Grondwet – vrijheid van meningsuiting;
Artikel 9 Grondwet – recht tot vergadering en betoging;
Artikel 10 en 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) – vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering en vereniging;
Artikel 19 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) – vrijheid van meningsuiting;
Artikel 21 van het IVBPR – vreedzaam vergaderen.

De vaagheid van begrippen als “verheerlijken” en “steun betuigen” maakt de drempel tot strafvervolging gevaarlijk laag, waardoor deze fundamentele vrijheden ernstig in gevaar komen.

Ik dring er daarom met klem op aan dit voorstel in de huidige vorm in te trekken of zodanig te herzien dat vreedzaam politiek protest, ook in internationale contexten zoals Gaza, ondubbelzinnig beschermd blijft.