Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
V.M.I. Haag
|
Plaats
|
Den Haag
|
Datum
|
12 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Het voorstel is in veel opzichten niet concreet, onbruikbaar en daarmee gevaarlijk.
De voorwaarde “naar de wettelijke omschrijving levenslange gevangenisstraf is gesteld” maakt het eerste lid niet te handhaven. Het zou betekenen dat er alleen demonstranten worden vervolgd voor onderwerpen waar in Nederland jurisprudentie voor is:
-demonstraties gaan ook over gebeurtenissen in het buitenland; hier is geen sprake van een juridisch traject met Nederlands recht. Hoe ga je dit dan toetsen? Of andersom, een demonstratie tegen een door een buitenlandse rechter opgelegde straf zou dan eerst hier moeten worden getoetst, voordat een demonstrant vervolgd kan worden?
-Indien een zaak nog onder de rechter is, zou ik niet kunnen demonstreren aangezien ik de uitkomst nog niet weet.
Lid 1 en 2 lijken gelijk en zijn nu al strafbaar. Het valt volgens mij indirect onder smaad (Artikel 261) en is te toetsen; het gesuggereerd en dus ten onrechte ‘verheerlijken’ kan alleen als het gepresenteerde verhaal niet klopt. Ook bijvoorbeeld het verbod voor oproepen tot geweld (Artikel 137d) is mijns inziens prima bruikbaar. Dit is ook niet waterdicht, maar lijdt niet tot scheve machtsverhoudingen en houdt rekening met steun voor een zaak.
Het criterium voor lid 3 wordt vermoedelijk de Nationale sanctielijst terrorisme? Dit lijkt een duidelijke afbakening, ware het niet dat de lijst waarschijnlijk momentaan wordt samengesteld door de overheid en, indien er bezwaar is, slechts na juridische toetsing (lees: lang traject) wordt aangepast. In mijn ogen kan dit rechtsbescherming in gevaar brengen; vervolgen door overheid wordt (te) makkelijk aangezien het omslachtig is om een organisatie van de lijst te krijgen. Bovendien is ook hier het criterium niet altijd scherp begrensd: de definitie van openlijke steunbetuiging is niet eenduidig en veel dubieuze organisaties en overheden staan niet op die lijst.
Ook ‘verheerlijken’ is een vage term. Neem ‘from the river to the sea’: een roep om Israel van de kaart te vegen en (daarmee) een steunbetuiging aan Hamas, of gewoon een leus voor bestaansrecht van Palestina? Zoals nu verwoord voegt het voorstel niets toe om dit te beslechten, aangezien een rechter dit nog steeds moet toetsen. Hiervoor geeft het huidige recht voldoende handvatten, ook voor gevallen waar het huidige voorstel voor lijkt bedoeld.