Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Amsterdam
|
Datum
|
11 augustus 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Met dit schrijven wil ik mijn ernstige bezwaar uiten tegen het voorgestelde wetsvoorstel inzake de strafbaarstelling van het verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties.
Hoewel het doel van het wetsvoorstel – het bestrijden van terrorisme – op zichzelf legitiem en noodzakelijk is, roept de voorgestelde wetgeving ernstige zorgen op met betrekking tot de grondrechten, met name de vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
1. Vage en brede formulering
De termen “verheerlijking” en “openbare steunbetuiging” zijn onvoldoende nauwkeurig gedefinieerd. Dit leidt tot een te ruime interpretatie, waarbij ook uitingen die geen direct gevaar opleveren voor de openbare orde of veiligheid strafbaar kunnen worden gesteld.
Deze onduidelijkheid werkt chilling effects in de hand: mensen kunnen zich inhouden uit angst dat hun woorden als strafbaar worden beschouwd, ook wanneer zij slechts politieke, historische of maatschappelijke standpunten uiten.
2. Schending van de vrijheid van meningsuiting
Vrijheid van meningsuiting beschermt ook impopulaire, controversiële of schokkende meningen, zolang er geen sprake is van directe opruiing of aanzetten tot geweld. Het EVRM stelt dat beperkingen op deze vrijheid noodzakelijk, proportioneel en wettelijk helder moeten zijn. Dit wetsvoorstel voldoet daar niet aan.
3. Gevaar voor politieke repressie
Er bestaat een reëel risico dat de wet oneigenlijk wordt ingezet tegen activisten, journalisten, onderzoekers of leden van minderheidsgroepen die zich kritisch uitlaten over buitenlands beleid, internationale conflicten of het terrorismebeleid van de staat. Hierdoor kan deze wet leiden tot politieke repressie onder het mom van veiligheid.
4. Effectiviteit betwijfeld
Er is weinig bewijs dat het strafbaar stellen van verheerlijking van terrorisme daadwerkelijk bijdraagt aan het voorkomen van radicalisering of aanslagen. In plaats van afschrikking, kan repressie juist leiden tot versterking van ondergrondse netwerken en gevoelens van uitsluiting en onrechtvaardigheid versterken.
5. Bestaande wetgeving is toereikend
Nederland beschikt reeds over een uitgebreid juridisch kader om terrorisme te bestrijden, waaronder het verbod op opruiing, deelneming aan een terroristische organisatie, en haatzaaien. Aanvullende strafbaarstellingen van vage uitingen voegen weinig toe.