Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Naam Anoniem
Plaats Ede
Datum 23 juli 2025

Vraag1

Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Na zorgvuldige bestudering van het wetsvoorstel en de memorie van toelichting blijkt dat bestaande wetgeving – zoals artikel 137c Sr, 131 Sr en de Wet op de terroristische misdrijven – reeds voldoende mogelijkheden biedt om uitingen die geweld of terrorisme verheerlijken strafrechtelijk aan te pakken.

Het voorgestelde artikel lijkt eerder een politieke reactie op maatschappelijke onrust dan een oplossing voor een juridische leemte. Het risico bestaat dat de wet gebruikt zal worden om legitieme politieke meningen, protestuitingen of solidariteitsverklaringen te criminaliseren.

Opvallend is dat steunbetuigingen aan de Palestijnse bevolking steeds vaker worden geframed als steun aan Hamas. Daarbij ontbreekt vaak de nuance dat Hamas ook een politieke en maatschappelijke rol speelt in Gaza. Tegelijkertijd leidt het voeren van de Israëlische vlag – zelfs bij demonstraties waarin mogelijk oorlogsmisdadig geweld wordt goedgepraat – nooit tot verdenking van terrorismeverheerlijking. Deze ongelijke behandeling schaadt het rechtsstatelijk beginsel van gelijkheid en roept vragen op over de toepassing van de wet.

Symbolische uitingen zoals de leus “From the river to the sea”, de watermeloen of bepaalde kleding worden al vaker verdacht gemaakt. Dat deze wet daarvoor ruimte zou kunnen bieden is zorgwekkend. In feite dreigt ze minder bij te dragen aan terrorismebestrijding dan aan het inperken van meningsvrijheid en demonstratierecht (art. 10 en 11 EVRM). Die rechten mogen enkel worden beperkt bij dringende noodzaak, op basis van heldere criteria en met proportionaliteit. Aan die vereisten voldoet het voorstel niet.

Daarbij is het ondemocratisch om zo'n ingrijpend voorstel midden in de zomervakantie ter consultatie te publiceren. Dat belemmert publieke betrokkenheid en debat.

Conclusie:
Het voorstel is overbodig, juridisch riskant en maatschappelijk schadelijk. De bestaande wetgeving volstaat. Wat dit voorstel vooral doet, is ruimte scheppen om ongewenste meningen en symboliek strafbaar te stellen. Dat past niet in een gezonde democratische rechtsstaat.