Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik maak mij grote zorgen over het wetsvoorstel om “verheerlijking” en “openbare steunbetuiging” aan terroristische organisaties strafbaar te stellen. De omschrijvingen in dit voorstel zijn veel te vaag: wat terrorisme precies is en wanneer steun daarvoor geldt, blijft onduidelijk. Daardoor ontstaat het risico dat uitingen van solidariteit of politieke symboliek – zoals een watermeloen tijdens een demonstratie – onterecht als steun aan terrorisme worden gezien. Dit kan leiden tot willekeur, politieke vervolging en zelfs strafrechtelijke vervolging van burgers die zich uitspreken in een maatschappelijk debat. De vrijheid van meningsuiting en het recht op demonstratie komen hierdoor ernstig in het gedrang.

Bovendien laat de geschiedenis zien dat de kwalificatie van groepen als terroristisch sterk afhankelijk is van tijd en perspectief. Wat de ene periode als terreur wordt gezien, kan later als legitieme strijd voor vrijheid of zelfbeschikking worden erkend, zoals bij Nelson Mandela en het ANC. Het is niet aan rechters om zulke politieke en ideologische discussies te beslechten, maar dat is wel waar dit voorstel toe leidt. Ik vrees dat mensen zichzelf gaan censureren uit angst om vervolgd te worden en dat maatschappelijk debat wordt gekneveld. Ik verzoek daarom dringend dit wetsvoorstel niet in te voeren in de huidige vorm.