Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
Reactie
Naam
|
Anoniem
|
Plaats
|
Brabant
|
Datum
|
28 juli 2025
|
Vraag1
Wilt u reageren op het wetsvoorstel? Dan kunt u hier uw reactie geven. U kunt dat doen door een bericht achter te laten of door een document te uploaden.
Geachte leden van het kabinet,
Wat u voorstelt, is geen wet tegen extremisme. Het ís extremisme, verpakt als beleid. En precies daarin schuilt het gevaar: dat we onder het mom van veiligheid zélf vervallen in het denken dat we willen bestrijden. Want échte vrijheid begint niet bij gehoorzaamheid, maar bij ruimte - om te spreken, te twijfelen, te protesteren. Zonder die ruimte verstikken we. Maar die vrijheid is broos, en eenmaal aangetast herstelt ze moeilijk. Juist wetten als deze – vaag geformuleerd, breed toepasbaar, gericht op ‘afwijkend’ denken – zijn het sluipgif dat onze vrijheid ondermijnt zonder dat we het meteen doorhebben. Ze nestelen zich stilletjes in de marge van ons denken, tot we op een dag beseffen dat zelfs gedachten buiten de norm verdacht zijn geworden. Als we daar nu geen radicaal ‘nee’ tegen zeggen, kijken we straks verbijsterd terug op wat we hebben laten gebeuren.
En dan rijst de vraag: wie heeft dit laten gebeuren? VVD, BBB, NSC en PVV – ú bent verantwoordelijk. De VVD heeft vrijheid ingeruild voor controle - dé grote vijand van het liberalisme, waar deze partij zogenaamd voor zou staan. Dat een bestuurspartij als de VVD dit doet, is onvergefelijk en onbegrijpelijk. En dat u bij de VVD nog durft te spreken van liberalisme is een schande. De BBB, de zelfverklaarde stem van ‘de gewone Nederlander’, keurt wetten goed die diezelfde Nederlander de mond snoeren. NSC speelt rechtsstatelijk fatsoen, maar keurt censuur goed. En de PVV maakt van ‘vrijheid van meningsuiting’ een recht voor sommigen, en een celstraf voor wie afwijkt, bevraagt of uitdaagt.
Ik herken het Nederland waarin ik opgroeide niet meer. Het land waarin ik me als kind, student en twintiger fijn voelde – open, nieuwsgierig, dwars en vrij – is koud geworden. Koud, kil en eng. Het maakt me verdrietig. En ik ben bang. Ik voel me niet veilig en niet vrij. Ik ben niet bang voor terroristen, maar voor de staat. Voor u. En voor de hardheid die u in de mensen naar boven haalt.
Ik vrees dat mijn kinderen opgroeien in een land waarin vrijheid een façade is – en repressie de norm. Daar houd ik u voor verantwoordelijk.
Schrap deze wet. Of geef toe dat vrijheid u niets waard is.
Met vriendelijke groet,
Iemand die graag anoniem blijft, uit angst voor u