Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Betreft: Bezwaarschrift tegen het wetsvoorstel Strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties
?Geachte leden van de Tweede Kamer,
?Met grote zorg en bezorgdheid schrijf ik u dit bezwaarschrift. Ik steun de strijd tegen terrorisme, maar ben van mening dat het wetsvoorstel ter strafbaarstelling van de verheerlijking van terrorisme en openbare steunbetuiging fundamentele rechten in gevaar brengt.
?De vrijheid van meningsuiting, vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet, is een hoeksteen van onze rechtsstaat. Dit wetsvoorstel maakt het mogelijk om uitingen die geen directe aanzet tot geweld zijn, te bestraffen. De begrippen 'verheerlijking' en 'steunbetuiging' zijn vaag en subjectief, wat een aanzienlijk risico op willekeur bij strafbaarstelling met zich meebrengt. Dit ondermijnt de rechtszekerheid en kan ertoe leiden dat burgers uit angst hun stem niet meer durven te laten horen.
?Vanuit mijn doopsgezinde achtergrond hecht ik veel waarde aan de vrijheid van geweten en meningsuiting. Geloof en ideologie moeten in principe vrij geuit kunnen worden, zolang ze niet direct aanzetten tot strafbare feiten. De angst om voor je overtuiging te worden vervolgd, is onverenigbaar met de waarden van een vrije samenleving.
?Het is een gevaarlijke aanname dat het verheerlijken van terrorisme automatisch leidt tot terroristische daden. De wet zou daders van strafbare feiten moeten vervolgen, niet de dragers van een onwelgevallige mening.
?Ik roep u op dit wetsvoorstel kritisch te heroverwegen. De bestaande wetgeving is al toereikend om opruiing en aanzetten tot haat of geweld aan te pakken. Laten we onze fundamentele rechten niet opofferen in de strijd tegen terrorisme.
?Hoogachtend,
Sipke Durksz