Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Met dit voorstel dreigt een ernstige verschuiving plaats te vinden in hoe wij in Nederland omgaan met fundamentele rechten. Het plan is zo ruim en onduidelijk geformuleerd dat het de deur openzet voor willekeurige interpretaties en ongelijke toepassing.

In onze huidige wetgeving bestaat al een helder juridisch kader om opruiing en daadwerkelijke steun aan terroristische daden te vervolgen. Deze regels zijn concreet, zorgvuldig afgebakend en voorzien in rechterlijke toetsing. Het nieuwe voorstel mist die scherpte, waardoor ook vreedzame uitingen van politieke of maatschappelijke overtuigingen onder verdenking kunnen komen te staan.

Het risico is reëel dat uitingen die niets met geweld te maken hebben – zoals het dragen van een symbool of het uitspreken van solidariteit – als strafbaar worden aangemerkt. Daarmee wordt niet alleen het recht op vrije meningsuiting bedreigd, maar ook persvrijheid en het recht om te demonstreren.

Bovendien schept de vaagheid van dit voorstel de mogelijkheid tot selectieve handhaving. Het kan leiden tot het criminaliseren van specifieke groepen of bewegingen, afhankelijk van de politieke wind. De voorbeelden uit het Verenigd Koninkrijk laten zien hoe dit soort wetten vreedzame demonstranten hard kan treffen, simpelweg omdat hun boodschap niet strookt met het regeringsbeleid.

Vrijheid van meningsuiting is geen luxe, maar een fundament van onze rechtsstaat. Wetgeving die dat fundament aantast, moet worden voorkomen. Ik verzoek u daarom dringend om dit voorstel in te trekken of grondig te herzien, zodat bescherming tegen terrorisme niet ontaardt in het onderdrukken van legitieme maatschappelijke en politieke uitingen.