Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Met dank voor het bieden van de gelegenheid voor het reageren op het wetsvoorstel maak ik daarvan graag gebruik om hiertegen bezwaar te maken omdat dit m.i. indruist tegen grondrechten, zoals m.n. vrijheid van meningsuiting en daarmee het vrije maatschappelijke debat inperkt.

Door het ontbreken van specifieke criteria in het voorstel voor moet c.q. kan worden verstaan onder verheerlijking en het ontbreken van heldere definities van wat (nu en op enig moment in de toekomst) als een terroristische organisatie moet c.q. kan worden beschouwd is volledig onduidelijk of en zo ja welke aanvullingen dit wetvoorstel biedt t.o.v. de huidige wetsinstrumenten inzake oproepen tot (onwettig) geweld.

Tegelijkertijd zet het wetvoorstel door de genoemde onduidelijkheden de deur wagenwijd open voor willekeurige uitleg en toepassing, met als intimiderend effect (maar wellicht ook als beoogd doel) het beperken van - om welke toekomstige reden ook - onwelgevallige kritiek: in tijden van toenemende economische – en daardoor ook politieke – polarisatie een te verklaren, maar des te gevaarlijkere reflex een zich bedreigd voelende heersende orde.

Wat kan immers worden wel en niet worden verstaan onder ‘verheerlijken’: een verklarende analyse kan onder omstandigheden op malafide wijze ten onrechte worden uitgelegd als vergoelijkende ‘verheerlijking’. Ook het verspreiden van materiaal voor een beter begrip van het ontstaan van dergelijke bewegingen wordt zo mogelijk onmogelijk: het open debat kan zo willens en wetens worden onderdrukt.

Bovendien is de definitie van wat een ‘terroristische organisatie; inhoudt allesbehalve helder: legitiem verzet tegen een bezettende macht (nu vooral in het buitenland, maar in de WO-II in Nederland) kan onder omstandigheden uitgelegd worden als een ‘terroristische’ en dus verboden organisatie.

Ook partijen die op jegens personen geweldloze wijze actie ondernemen, door bijv. bezettingen of het aanbrengen van niet tot-geweld maar wel kritische leuzen of uitingen kunnen wellicht op enig moment als terroristisch worden aangemerkt.

Een korte blik naar de actuele situatie in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten volstaat om te zien hoe groot de bedreiging voor grondrechten van soortgelijke wetgeving is.