Wetsvoorstel strafbaarstelling verheerlijken van terrorisme en openbare steunbetuiging aan terroristische organisaties

Reactie

Vraag1

Ik maak bezwaar tegen dit wetsvoorstel omdat de definitie van ‘terrorisme’ en ‘terroristische organisaties’ niet objectief en universeel vaststaat, maar politiek wordt ingevuld. Hierdoor kan deze wet misbruikt worden om vreedzame of legitieme steun aan onderdrukte bevolkingsgroepen te criminaliseren.

Wat in Nederland of door de EU als ‘terroristisch’ wordt bestempeld, kan elders in de wereld juist worden gezien als verzet tegen bezetting of onderdrukking. Een voorbeeld is het Palestijnse verzet: veel Palestijnse groeperingen worden in Nederland als ‘terroristisch’ aangemerkt, terwijl zij door andere landen en door de bevolking zelf worden gezien als vrijheidsstrijders.

Deze wet dreigt daarmee politieke meningsuiting en solidariteit te beperken, en raakt aan de vrijheid van meningsuiting zoals vastgelegd in artikel 7 van de Grondwet en artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het criminaliseren van publieke steunbetuigingen – ook wanneer die vreedzaam zijn – kan leiden tot eenzijdige framing en uitsluiting van stemmen die zich uitspreken tegen bezetting en voor mensenrechten.

Ik roep daarom op tot:
1. Een zeer nauwkeurige en internationaal gedragen definitie van ‘terrorisme’, die niet selectief of politiek kan worden toegepast.
2. Een uitzondering in de wet voor vreedzame politieke uitingen, mensenrechtenwerk en journalistiek.
3. Waarborgen dat solidariteit met onderdrukte bevolkingsgroepen, zoals Palestijnen, niet onder deze strafbaarstelling valt.

Het beschermen van de samenleving tegen geweld is belangrijk, maar dat mag nooit ten koste gaan van het recht om onrecht te benoemen en steun te betuigen aan mensen die daar slachtoffer van zijn.