Terugsluis vrachtwagenheffing

Reactie

Naam Technische Universiteit Delft (Prof.dr.ir. L.A. Tavasszy)
Plaats Delft
Datum 28 augustus 2023

Vraag1

Kunt u zich vinden in het voorliggend concept-meerjarenprogramma? En waar ziet u mogelijkheden om de wegtransportsector te helpen verduurzamen en te innoveren?
Mijn reactie richt zich op een component van het programma die mijns inziens niet nodig is, en een component die ontbreekt. Samen zijn ze budgetneutraal en leiden tot het sneller halen van doelen voor de transportsector, qua duurzaamheid en efficiency.
Allereerst is het voornemen om te investeren in waterstofaandrijving problematisch. Het energielandschap is er niet op berekend om in de komende decennia groene waterstof tegen redelijke prijs aan de transportsector beschikbaar te stellen. Direct elektrisch rijden verbruikt een derde van de energie, is goedkoper en direct te voeden uit duurzame bronnen. Met waterstof zal de sector haar doelen niet halen, noch qua efficiency, noch qua duurzaamheid. Deze kennis is inmiddels breed openbaar beschikbaar o.b.v. recente nationale en internationale studies en zou moeten worden overwogen bij het opstellen van het programma.
Het is belangrijk om meer middelen te bestemmen voor het versnellen van de ontwikkeling van het batterij-elektrische landschap, en niet middelen daaraan te onttrekken voor het testen of inrichten van waterstof als niet-duurzame opties. Een dubbele investeringslijn voor energietransitie in transport is niet nodig. Mocht het elektrische landschap zich onverhoopt vertraagd ontwikkelen, dan is de terugvaloptie met (bio)diesel vele malen goedkoper en duurzamer dan die op basis van waterstof, ook op lange termijn.
Het ontbrekende onderdeel in het programma is infrastructuur en voertuigen voor dynamisch laden, tijdens het rijden en bij laden/lossen. Dit kan via ondergrondse laadlussen of met bovenleidingen, inmiddels een bewezen technologie. Twee grote voordelen van dynamisch laden zijn dat (a) batterijen veel kleiner kunnen zijn, tot 1/3 van de omvang bij statisch laden, waardoor vervoerders lagere investeringskosten hebben en (b) de investeringslast in laadvoorzieningen beter gespreid wordt in ruimte en tijd. Andere landen zijn Nederland voorgegaan in pilots, en eerste proeven voor Nederland zijn belangrijk om straks niet het missende sluitstuk te zijn in een internationaal netwerk.