Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid mondhygiënist

Reactie

Vraag1

Dat is de vraag. Het beroep van mondhygiënist is in Nederland geïntroduceerd ter bevordering van de preventie in de mondzorg. Aanvankelijk was het de bedoeling de mondhygiënist vooral in te zetten in de mondzorg voor de jeugd. Echter gaandeweg ontwikkelde het beroep zich meer in de richting van de parodontologie. Het is begrijpelijk dat een beroepsgroep zich wil ontwikkelen en er naar streeft meer zelfstandigheid te verwerven. Dat laat onverlet de vraag open in hoeverre deze ontwikkeling bijdraagt aan de kerntaak van de mondhygiënist: zal de preventie door de maatregel worden bevorderd? Ontwikkelingen in de preventie van de mondzorg voor de jeugd door onder andere het project ‘Gewoon Gaaf’ van het Ivoren Kruis bieden voor mondhygiënisten een uitdagende kans om de preventie bij de jeugd een nieuwe impuls te geven. De behandeling van caviteiten in het melkgebit met niet-restauratieve methoden verbreedt de inzet van preventieve methoden. De toepassing van zilverdiaminefluoride draagt sterk bij aan het indicatiegebied van Niet-Restauratieve Caviteitsbehandeling (NRC). Dit alles biedt volop werk voor mondhygiënisten op preventief gebied. De bekende Amerikaanse kindertandarts John Frachella spreekt in dit verband (toepassing van zilverdiaminefluoride) van een reductie van 90% van behandelingen onder algehele anesthesie bij kinderen. De indicatie behandeling van cariës in het blijvende gebit is door ontwikkelingen in de cariologie een stuk complexer geworden. Het risico bestaat dat door de beoogde maatregel de aandacht voor preventie bij de mondhygiënist verschuift naar curatie. Dit zagen we ook al bij de kindertandverzorgsters en bij mondhygiënisten die werkzaam zijn in de orthodontie. Curatie levert vooralsnog meer op en de behandelingen hebben meer aanzien. Maar wat schiet de zorgvrager ermee op?

Bijlage