Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid mondhygiënist

Reactie

Naam B.J.M. Roozen
Plaats Reeuwijk
Datum 22 september 2016

Vraag1

Met deze amvb wordt een vijfjarig experiment gestart waarbij door taakherschikking de mondhygiënist de bevoegdheid krijgt bepaalde voorbehouden handelingen nu ook zelfstandig te verrichten.

Bent u van mening dat de voorgestelde amvb een adequate manier is om tot verdere taakherschikking binnen de mondzorg te komen?
Mijn standpunt is dat dit besluit de mondzorg NIET zal verbeteren.
Als de mondhygiënist bijvoorbeeld zelf de indicatie gaan stellen om caviteiten te vullen, moet in de eerste plaats de indicatie juist zijn. Hiermee doel ik met name op de beoordeling van de röntgenfoto's. Op de opleiding van de mondhygiënist wordt dit niet voldoende onderwezen. De tandarts heeft er vanuit de opleiding al veel meer ervaring mee. Hierbij is de tandarts vaak terughoudender en zal de mondhygiënist sneller de boor erin zetten.
Ook moet de mondhygiënist zich houden aan de regel dat ze alleen primaire caviteiten mogen boren, die niet meer dan 1\3 in het dentine zitten. Het is nogal naïef om te denken dat iedereen zich hier netjes aan gaat houden. "Waarom niet ook even dat iets grotere gaatje doen? Zodat de patiënt hier niet speciaal voor naar de tandarts hoeft". Wie zal in deze situatie verantwoordelijkheid dragen als het mis gaat? Kan een mondhygiënist de pijnklacht verhelpen? naar wie gaat de patiënt bij pijnklachten? Of kan de tandarts deze patiënten tijdens de weekenddienst verwachten?
Deze vragen brengen mij naar een ander punt waar ik mij zorgen om maak. Wie houdt het overzicht bij de patiënt? Een patiënt bestaat niet uit alleen een mond waar gaatjes gevuld moeten worden. Wie zal de patiënt erop wijzen dat een kroon geplaatst dient te worden om een zwak element te verstevigen? Wie zal een frame indiceren om het kauwvermogen te verbeteren? Wat doen we met een ontstoken kies of fistel? en zo zijn er nog veel meer zaken waar de mondhygiënist geen antwoord op kan geven.
Met het vrijgeven van deze voorbehouden handelingen, is het ook belangrijk dat de mondhygiënist weet wat de interacties kunnen zijn van bijvoorbeeld de verdoving op bepaalde medicijnen of aandoeningen. Hier is veel meer achtergrondkennis voor nodig dan de mondhygiënist nu krijgt onderwezen. Ook dit brengt risico’s voor patiënten met zich mee.
Met deze argumenten lijkt het mij duidelijk dat deze verandering niet in het voordeel zal zijn van de patiënt. Deze weet straks niet meer bij wie deze moet zijn voor de nodige mondzorg.