Tijdelijk besluit zelfstandige bevoegdheid mondhygiënist
Reactie
Naam | Tandartsenpraktijk R.C.M.van Gorp (drs. Rob C.M. Gorp, van) |
---|---|
Plaats | Tilburg |
Datum | 11 september 2016 |
Vraag1
Met deze amvb wordt een vijfjarig experiment gestart waarbij door taakherschikking de mondhygiënist de bevoegdheid krijgt bepaalde voorbehouden handelingen nu ook zelfstandig te verrichten.Bent u van mening dat de voorgestelde amvb een adequate manier is om tot verdere taakherschikking binnen de mondzorg te komen?
De vrijgevestigde klinisch-prothese technicus blijkt veel minder efficiënt en dus kostbaarder te werken dan de tandarts-praktijk waar in team-verband wordt gewerkt. Zorgverzekeraars zijn per patiënt al jaren veel meer kosten kwijt per prothese als deze vervaardigd wordt door de klinisch-prothese technicus die zelfstandig en vrijgevestigd is, dan dat de patiënt behandeld wordt in een algemene tandartsenpraktijk.
Bij de mondzorgkundige die zelfstandig gevestigd is en die zelfstandig handelingen mag verrichten zal het zelfde gaan gebeuren. Het is in het verleden met taakherschikking (klinisch prothese technicus) duidelijk aangetoond dat er bijna geen kosten efficiëntere bedrijfsvoering bestaat dan die van de Nederlandse tandartsen-praktijk waar in team-verband wordt gewerkt.
De mondzorgkundige die BIG-geregistreerd is, zich vervolgens onherroepelijk zelfstandig op afstand van de tandartspraktijk vestigt, wordt een gigantische kostenverhoging in plaats van bezuiniging.
Dat is niet waar de maatschappij, de tandartsen en ik denk ook de mondzorgkundigen op zitten te wachten.
Op dit moment ken ik zelf weinig mondzorgkundigen die graag zelfstandig jongeren of volwassenen willen behandelen zonder de kennis en kunde van een tandarts direct beschikbaar.
Ik voorzie dat de minister, na het experiment met de vrije tarieven, een nieuw experiment op start dat een zeer kort leven is beschoren.
Mag de tandarts-professie nu eindelijk eens wat rust van de overheid verwachten. Jaar na jaar worden er door het ministerie van VWS of door de zorgverzekeraars kanonschoten op de tandarts-professie afgevuurd. En fatsoenlijke bedrijfsvoering is zo haast niet meer te organiseren en feitelijk ook niet meer te financieren. De ene richtlijn is nog niet tegen hoge kosten geïmplementeerd of de volgende richtlijn kondigt zich al weer aan.
Het wordt tijd dat er eens een stevige burcht om de tandheelkunde wordt gebouwd zodat het continue proces van des-integratie van de tandheelkundige zorg in Nederland wordt gestopt.