Wetsvoorstel toekomstbestendig onderwijsaanbod
Reactie
Naam
|
CBOO http://cboo.nl/index.html (Drs. M. Hietbrink)
|
Plaats
|
Utrecht
|
Datum
|
13 oktober 2015
|
Vraag1
Draagt het op overeenstemming gericht overleg bij aan het realiseren van een toekomstbestendig onderwijsaanbod?
Dat zou kunnen, maar de kans is groot, dat bovenbestuurlijke samenwerkingsverbanden het zicht op de lokaal wenselijke situatie verliezen
Vraag2
In het wetsvoorstel wordt het op overeenstemming gericht overleg (oogo) een verplichting voor het hele land, omdat overleg tussen schoolbesturen over een toekomstbestendig en kwalitatief goed onderwijsaanbod voor iedereen van belang is. De motie - waaraan met dit wetsvoorstel uitvoering wordt gegeven - beperkt zich tot schoolbesturen in krimpgebieden met scholen met een kleinescholentoeslag. Wat vindt u, moet het oogo voor het hele land gaan gelden, of alleen in de regio’s met krimp?
Als het gaat gelden, dan in het hele land. terugloop, maar ook aanwas van leerlingen treedt niet alleen op in krimpgebieden, maar ook in stedelijke gebieden
Vraag3
Denkt u dat de wijziging door schoolbesturen als een meerwaarde wordt gezien zodat op een goede wijze de toekomst van het onderwijsaanbod kan worden vormgegeven?
dat is maar de vraag. Schoolbesturen verliezen de hen in het Schevenings Akkoord toegezegde autonomie, waardoor ze good governance ook niet kunnen waarmaken. Het is nl. mogelijk, dat het bovenbestuurlijke overleg leidt tot gedwongen consensus, die afbreuk doet aan de belangenbehartiging van de eigen scholen enn de medezeggenschap van de eigen (g)mR-en.
Vraag4
Biedt de wijziging voldoende garanties voor een bereikbaar, gevarieerd en toekomstbestendig onderwijsaanbod?
Neen, absoluut niet. Het is maar zeer de vraag of overleg op boven bestuurlijk niveau, waar belangen soms tegengesteld zijn leiden tot optimale spreiding van onderwijsvoorzieningen.
veel beter is het om e.e.a. te regelen op gemeentelijk niveau.
Dan heeft ook de lokale gemeenschap zicht op wat er gebeurt.
Vraag5
Wordt van kleur verschieten en verplaatsen voldoende vergemakkelijkt?
Jazeker en wel zodanig, dat een situatie ontstaat, die strijdig is met Art 23 Grondwet, zeker lid 4. De interpretatie die MinOCW aan dit lid geeft is onaanvaardbaar en niet wat de wetgever bedoeld heeft.
Vraag6
Biedt de wijziging voldoende waarborgen tegen oneigenlijk gebruik?
Geenszins. Bovenbestuurlijke verbanden met zeer beperkte democratische legitimatie leggen van boven alles op. Van uitvoering van de WMS komt op deze manier niets terug. Ook de overheid verliest op deze manier helemaal het zicht op beweegredenen ,die leiden tot onderwijsbesteding van publiek geld.
Bijlage