Wetsvoorstel toekomstbestendig onderwijsaanbod
Reactie
Naam
|
VBSO (mr L Vogelaar)
|
Plaats
|
Veenendaal
|
Datum
|
29 september 2015
|
Vraag1
Draagt het op overeenstemming gericht overleg bij aan het realiseren van een toekomstbestendig onderwijsaanbod?
nee, er komt een verplichting bij (overleg) die geen rekening houdt met de wensen van schoolbesturen. Een verplichting met een bekostigingssanctie. Het gaat over diversiteit van scholen, de toegankelijkheid, huisvesting en leerlingenvervoer. Dat zijn onderwerpen waarbij de wens van de schoolbesturen om zelf de partners te kunnen kiezen met wie ze zo goed mogelijk een toekomstbestendig onderwijsaanbod willen bereiken, van cruciaal belang is. Dit overleg wordt top down opgelegd in plaats van het over te laten aan de bereidwilligheid van de deelnemers. Dat is niet de beste conditie om een vruchtbaar overleg te realiseren. op voorhand wordt ervan uitgegaan dat vrijwillige samenwerking niet werkt. Het is niet uitgeprobeerd. Natuurlijk kan eigen belang een belemmering zijn, maar zou dat bij een afgedwongen samenwerking minder sterk spelen?
Als er al iets verplicht moet worden, zou een verplichting om overleg te voeren met daarbij de mogelijkheid de regio zelf te bepalen, voor de hand hebben gelegen. Te meer omdat nu de schoolbesturen die deelnemen aan het landelijk samenwerkingsverband passend onderwijs eenzijdig geraakt worden. Komen andere schoolbesturen en gemeentebesturen er niet uit om samen de regio te bepalen, dan vallen ze terug op de regio van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Voor de reformatorische scholen is dit blijkbaar niet mogelijk.
Vraag2
In het wetsvoorstel wordt het op overeenstemming gericht overleg (oogo) een verplichting voor het hele land, omdat overleg tussen schoolbesturen over een toekomstbestendig en kwalitatief goed onderwijsaanbod voor iedereen van belang is. De motie - waaraan met dit wetsvoorstel uitvoering wordt gegeven - beperkt zich tot schoolbesturen in krimpgebieden met scholen met een kleinescholentoeslag. Wat vindt u, moet het oogo voor het hele land gaan gelden, of alleen in de regio’s met krimp?
De verplichting tot oogo is ingegeven door de probleemstelling: minder leerlingen, scholen kunnen omvallen, de diversiteit neemt af en dat betekent dat er minder te kiezen valt voor ouders. Oogo moet je alleen voeren als er een directe aanleiding en reden voor is. Niet dus op grond van de overweging: we kunnen ook hier wel overleggen over een gedifferentieerd scholenbestand, huisvesting, toegankelijkheid en leerlingenvervoer. Dat het kàn wil niet zeggen dat het daarom ook mòet. Indien de wens hiertoe bestaat is er ook nu al een regionaal overleg mogelijk tussen de gemeenten en schoolbesturen in een grotere regio dan bijvoorbeeld de gemeente.
Vraag3
Denkt u dat de wijziging door schoolbesturen als een meerwaarde wordt gezien zodat op een goede wijze de toekomst van het onderwijsaanbod kan worden vormgegeven?
Zie het antwoord bij vraag 1. Schoolbesturen iets gaan opleggen wordt niet snel als een meerwaarde gezien.
Vraag4
Biedt de wijziging voldoende garanties voor een bereikbaar, gevarieerd en toekomstbestendig onderwijsaanbod?
Nee, stichtings- en opheffingsnormen verlagen zou dit doel beter kunnen realiseren.
Toezicht op kwaliteit en andere regelgeving zorgen ervoor dat geen ongebreidelde oprichting van nieuwe scholen plaats vindt.
Vraag5
Wordt van kleur verschieten en verplaatsen voldoende vergemakkelijkt?
Dit wordt wel makkelijker maar de beperking dat het aantal leerlingen van de school ook zonder die maatregel niet onder de opheffingsnorm mag zijn, is niet nodig. De beperking dat het niet mag leiden tot opheffing van een bestaande school (bijvoorbeeld de laatste van een richting) is voldoende.
Vraag6
Biedt de wijziging voldoende waarborgen tegen oneigenlijk gebruik?
Ja, voldoende maar sluitend zal het wel nooit kunnen zijn. In de toekomst kan de school namelijk wel onder de opheffingsnorm komen terwijl dat nu nog niet aan de orde is en dus geen grond om het verzoek van richting te veranderen of de school te verplaatsen, te weigeren. Strategisch gedrag is niet uit te sluiten.