Wetsvoorstel toekomstbestendig onderwijsaanbod

Reactie

Naam VGS (mr. J.W. Voorwinden)
Plaats Ridderkerk
Datum 14 oktober 2015

Vraag1

Draagt het op overeenstemming gericht overleg bij aan het realiseren van een toekomstbestendig onderwijsaanbod?
Het is goed dat partijen elkaar vinden om gezamenlijk te zoeken naar oplossingen die in de regio passend zijn. Het voorstel sluit aan bij de visie van de VGS dat binnen het huidige wettelijke stelsel al veel mogelijk is om een toekomstbestendig onderwijsaanbod te realiseren. De voornemens van staatssecretaris Dekker inzake "Meer ruimte voor nieuwe scholen" zijn niet nodig, mede gelet op de mogelijkheden die de wet door deze voorstellen tot verruiming biedt.
Onduidelijk is welke bevoegdheden aan de regio toekomen en wat er gebeurt wanneer er in de regio geen overeenstemming wordt bereikt over het gebiedsplan. Heeft de regio op dat punt, eventueel na een gang naar een geschillencommissie, een doorzettingsmacht?

Vraag2

In het wetsvoorstel wordt het op overeenstemming gericht overleg (oogo) een verplichting voor het hele land, omdat overleg tussen schoolbesturen over een toekomstbestendig en kwalitatief goed onderwijsaanbod voor iedereen van belang is. De motie - waaraan met dit wetsvoorstel uitvoering wordt gegeven - beperkt zich tot schoolbesturen in krimpgebieden met scholen met een kleinescholentoeslag. Wat vindt u, moet het oogo voor het hele land gaan gelden, of alleen in de regio’s met krimp?
Het verplichtende karakter van de samenwerking is naar de mening van de VGS nadrukkelijk niet in lijn met de motie Voordewind. De VGS is van mening dat het beter is om schoolbesturen maximaal te stimuleren, mogelijk ook door een subsidieregeling, tot regionaal overleg. Het topdown dwingen tot regionaal overleg is naar de mening van de VGS absoluut ongewenst.
Daarnaast is het verplichten van alle schoolbesturen in Nederland tot regionaal overleg niet in lijn met de motie Voordewind, die het nadrukkelijk beperkt tot scholen in krimpgebieden. De VGS is dan ook hiervan geen voorstander..
In lijn met het voorgaande is de VGS nadrukkelijk geen voorstander van het voornemen om de Minister de bevoegdheid toe te kennen een proportionele bekostigingssanctie op te leggen.

Vraag3

Denkt u dat de wijziging door schoolbesturen als een meerwaarde wordt gezien zodat op een goede wijze de toekomst van het onderwijsaanbod kan worden vormgegeven?
De diverse voorstellen bieden zeker ruimte aan schoolbesturen om binnen het huidige wettelijke kader te verkennen welke mogelijkheden er voor de toekomst zijn.

Vraag4

Biedt de wijziging voldoende garanties voor een bereikbaar, gevarieerd en toekomstbestendig onderwijsaanbod?
Naast genoemde voorstellen is VGS er voorstander van om ook andere belemmerende regelgeving te schrappen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het vereiste van artikel 157 lid 3 WPO, dat samenwerkende scholen in aan elkaar grenzende gemeenten dienen gesitueerd te zijn.

Vraag5

Wordt van kleur verschieten en verplaatsen voldoende vergemakkelijkt?
De VGS pleit voor een zorgvuldige afweging bij het van kleur verschieten en het verplaatsen. De vraag kan daarbij gesteld worden welke schoolbesturen in de regio geen bezwaar tegen een verkleuring of verplaatsing dienen te hebben. Naar de mening van de VGS hoeft deze regio niet per definitie samen te vallen met de beoogde regio's, waarbinnen gesproken wordt over een toekomstbestendig onderwijsaanbod.

Vraag6

Biedt de wijziging voldoende waarborgen tegen oneigenlijk gebruik?
Van belang is dat belanghebbende schoolbesturen tijdig kunnen aangeven wanneer zij in hun belangen worden geschaad