Aanpassing van toetsingskader in het kader van positieflijst reptielen
        
            Reactie
        
            
            
                | 
                    Naam
                 | 
                
                    Anoniem
                 | 
            
            
                | 
                    Plaats
                 | 
                
                    Akersloot
                 | 
            
            
                | 
                    Datum
                 | 
                
                    17 oktober 2025
                 | 
            
            
        
        
        
                
                Vraag1
                Wat vindt u van het aangepaste toetsingskader? 
                
                    
                    1) Onvoldoende wetenschappelijke basis
Het kader gebruikt binaire ‘ja/nee’-risicofactoren, vergelijkbaar met eerdere zoogdierenlijsten. Zulke vinklijstjes doen geen recht aan de complexiteit van reptielenhouderij en missen transparantie en herhaalbaarheid – eisen die de rechter eerder stelde. Ook nu ontbreken objectieve methoden; praktijkexperts signaleren al jaren methodische zwaktes, zoals cherry-picking en beperkte weging van houderijfactoren.
2) Soortgericht i.p.v. houderijgericht
Het kader kijkt vooral naar soorteigenschappen, terwijl welzijn vooral afhangt van temperatuur, UV-B, voeding en inrichting. Een binair “risico aanwezig” negeert dat veel factoren eenvoudig te mitigeren zijn. Daardoor kunnen soorten onterecht verboden worden, terwijl duidelijke minimumeisen en scholing hetzelfde risico zouden wegnemen. Dit wringt met het proportionaliteitsbeginsel.
3) Twijfelachtige handhaafbaarheid
Soortidentificatie is in de praktijk lastig door juvenielen, kleurmorf-lijnen en hybriden. Het kader geeft geen richtlijnen voor determinatie of taxonomie, terwijl interne Woo-stukken tonen dat dit bekend is. Door voortdurende taxonomische herzieningen zijn regelmatige updates nodig; zonder vaste cyclus ontstaat rechtsonzekerheid.
4) Neveneffecten voor welzijn en toezicht
Strikte lijsten kunnen illegale handel stimuleren, waardoor dieren juist buiten toezicht raken. Het kader bevat geen prikkels voor kwaliteitsverbetering via opleiding of certificering en beperkt zich tot toelaten of verbieden. Concrete, toetsbare minimumnormen voor huisvesting ontbreken, terwijl die essentieel zijn voor reptielenwelzijn.
5) Gebrekkige transparantie en legitimiteit
Belangrijke onderbouwing is niet openbaar, wat onafhankelijke toetsing en vertrouwen belemmert. Zonder kwantitatieve en reproduceerbare methodiek ontstaat risico op politiek of reputatiegedreven keuzes – dezelfde kritiek die eerder op de zoogdierenlijst werd geuit.
6) Doel-middel mismatch
Het doel – beperking van welzijns-, veiligheids- en gezondheidsrisico’s – is terecht, maar de positieve lijst is een bot instrument. Verschillende risico’s worden gelijkgewogen zonder kwantitatieve drempels of scenarioanalyse. Ook wordt de rol van ervaring en competentie van houders genegeerd, terwijl die voor reptielen juist bepalend zijn voor welzijn en veiligheid.
                    
                
                
            
                
                Vraag2
                Bent u het eens met de risicofactoren en risicocategorieën die zijn opgenomen in het toetsingskader?
                
                    
                    Zie tekst onder punt 1
                    
                
                
            
                
                Vraag3
                Mist u nog zaken die van belang kunnen zijn bij het beoordelen van reptielensoorten op risico's wanneer ze gehouden worden? 
                
                    
                    Zie tekst onder punt 1