Diagnostische Tussentijdse Toets en Leerlingvolgsystemen in het VO
Reactie
Naam | Drs G.B. Westerink |
---|---|
Plaats | Alphen aan den Rijn |
Datum | 9 april 2012 |
Vraag1
Wilt u aangeven in welke hoedanigheid u onderstaande vragen beantwoordt?(ouder, leerkracht, directeur, bestuurder, …)
docent
Vraag2
Onder welke condities zijn een diagnostische tussentijdse toets en leerlingvolgsysteem succesvol in de praktijk?Onder geen conditie. Onze maatschappij moet weer docenten voor de klas krijgen die door hun professionaliteit in staat zijn leerlingen die kennis bij te brengen die voor die specifieke leerlingen nodig is. Hierbij passen geen gestandaardiseerde tussentijdse toetsen.
Als er weer goede docenten voor de klas staan is een leerlingvolgsysteem overbodig. Hieruit klinkt wantrouwen over de capaciteit van een docent een leerling de juiste begeleiding te bieden. Laat die docent liever tijd stoppen in het primaire proces: lesgeven.
Vraag3
Voorziet dit wetvoorstel in deze condities?Nee.
Vraag4
In welke mate dragen de diagnostische tussentijdse toets en het leerlingvolgsysteem bij aan opbrengstgericht werken?Leerlingen zullen vooral gaan werken voor deze vakken; schoolleidingen zullen vooral hun aandacht richten op de opbrengst van deze vakken; docenten zullen moeten volgen. Dit zal - ondanks papieren ontzenuwingen - afdoen aan de kwaliteit van de opbrengst van de andere vakken, omdat deze door het ondergeschikt belang dus ook van ondergeschikt belang worden voor leerlingen, schoolleidingen en docenten.
Vraag5
Is de beperking van beide instrumenten tot de doorstroomrelevante vakken Nederlands, Engels en Wiskunde/rekenen terecht? Zo niet, wat is volgens u een goed alternatief?Nee. Als er wordt geïnvesteerd in goed onderwijs door het ondersteunen van docenten die de capaciteiten hebben kwalitatief hoogstaand onderwijs te geven, zijn dit soort lapmiddelen niet nodig. Alternatief is dus: investeren in goede docenten, door een goede opleiding, een salaris dat past bij die opleiding, aspecten van werk en een hoeveelheid werk die het mogelijk maken individuele kwaliteit per leerling te bieden.
Vraag6
Is de beperking van het leerlingvolgsysteem tot de onderbouw een terechte keuze? Zo nee, waarom niet?Nee, een dergelijk leerlingvolgsysteem is een verkeerd uitgangspunt. Kwalitatief goede docenten hebben vertrouwen nodig en aangezien er niet wordt geïnvesteerd in zulke docenten, worden dit soort middelen in het leven geroepen. Ik geloof dat docenten hun tijd hard nodig hebben om goed les te geven. Ik heb 170 leerlingen en als ik voor al deze leerlingen het lvs bij moet houden, zal dit ten koste gaan van het primaire proces: lesgeven.
Vraag7
Wat vindt u van het voornemen om de deelname aan een beperkt aantal internationale onderzoeken te verplichten?Onzin. Laat het onderwijs bij de docenten en hun schoolbesturen. Als dit kwaliteitsmensen zijn, zullen zij zelf besluiten aan dergelijke onderzoeken mee te doen, als zij dit zinvol vinden.