Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur

Reactie

Vraag1

Het niet stedelijk gebied en de agrosector worden zwaar geconfronteerd en onder druk gezet door de natuurlobbyhype en populistisch politiek gedram. “Onderbouwing” middels aannames en schattingen zoals KDW en een niet geschikt rekelmodel ,Aerius, (zie oordeel cie. Hordijk en PBL) terwijl de Habitatrichtlijn enkel gaat over de staat en instandhouding van de natuur. Door de agrosector aangeleverde onderbouwing -zoals agrifacts- wordt genegeerd. Er wordt gepoogd door het omrekenen van het veel schadelijker NOx (de stikstof o.a. met name afkomstig uit de stedelijke omgeving, industrie en verkeer) naar NH3 (ammonium stilstof, afkomstig uit m.n. agrarische sector) de agrosector en het niet stedelijk gebied op te laten draaien voor de vervuiling van de stedelijke omgeving, industrie en verkeer. Dit staat gelijk aan malafide praktijken.
Echter, het is voor het deel van de agrosector wél van belang dat o.a. middels innovatie en een aangepaste bodem- en bemesting strategie de duurzaamheid van de agrosector verder verbetert. Dit kan o.a. door sterk in te zetten op koolstof gebaseerde kunstmestvervangers, inzetten van controleerbare duurzaamheidsdoelstellingen v.w.b. het niet / minder gebruiken van GBM en kunstmest en deze belonen i.p.v. middels allerlei strafmaatregelen en gedwongen uitkoop.
Het volledig verwerken van dierlijke mest (o.a. scheiden aan de bron in een vloeibare stikstofhoudende meststof welk tijdens de teelt N-kunstmest kan vervangen en het opwaarderen van de dikke fractie tot specifieke koolstofmeststoffen en bodemverbeteraars) kan -naast andere duurzame innovaties- een goed begin zijn. Voor de milieuvoordelen welke behaalt kunnen worden door dierlijke mest verantwoordt te valoriseren verwijs ik u naar onze website: www.stercore.nl