Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming

Reactie

Naam BRIEQ Advocatuur (Mr. Regine Scholten)
Plaats Leiden
Datum 11 januari 2017

Vraag1

Wilt u een reactie geven op de Uitvoeringswet en/of de toelichting, dan kunt u dat hierna doen.
Verwerking van persoonsgegevens van kinderen gebaseerd op toestemming.

Als persoonsgegevens van een kind jonger dan 16 jaar worden verwerkt in relatie tot 'diensten van de informatiemaatschappij' en als deze verwerking plaatsvindt op basis van toestemming, dan is daar volgens artikel 8 van de AVG de toestemming of machtiging van -kort gezegd- de ouders voor nodig.

De huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) bepaalt dat als persoonsgegevens van een kind op basis van toestemming worden verwerkt, de wettelijke vertegenwoordiger toestemming moet geven als het kind jonger is dan 16 jaar.

De Wbp beperkt dit voorschrift dus niet tot toestemming van kinderen met betrekking tot 'diensten van de informatiemaatschappij', zoals in artikel 8 van de AVG gebeurt.

De Uitvoeringswet regelt hier niets voor. Er staat alleen in paragraaf 4.11 van de toelichting dat er geen reden is om de leeftijdsgrens lager dan 16 jaar te stellen.

Vraag is dus wat er straks geldt voor verwerking van persoonsgegevens van kinderen op basis van toestemming in de offline wereld en ook online als het niet gaat om 'diensten van de informatiemaatschappij'. Denk bijvoorbeeld aan een online-omgeving van een school.

Om in deze lacune te voorzien, zou mijn suggestie zijn om in artikel 5 van de Uitvoeringswet te bepalen dat in die gevallen (offline verwerking of niet gerelateerd aan diensten van de informatiemaatschappij) voor kinderen ook de leeftijdsgrens van 16 jaar geldt. Zijn kinderen jonger, dan is toestemming van de ouder nodig.