uitvoeringswet CPC-verordening 2017

Reactie

Naam Drs W Oving
Plaats Middelburg
Datum 20 augustus 2018

Vraag1

1. Hoe beoordeelt u het wetsvoorstel en de bijgaande memorie van toelichting?
2. Het ontwerp-wetsvoorstel voorziet nu in een bestuursrechtelijke bevoegdheid voor de nieuwe maatregelen ter uitvoering van de verordening, te weten toezicht met een fictieve identiteit en het geven van aanwijzingen met betrekking tot een website. Hoe beoordeelt u de bescherming die het wetsvoorstel en het bestuursrecht bieden aan de betrokkenen, vergeleken met de vergelijkbare regeling in het wetboek van Strafvordering (respectievelijk art. 126i WvSv en voorgesteld art. 125p WvSv in kamerstukken 34372, A)?
Toenemende beveogdheden voor toezichthouders moet worden tegengegaan.
Het is logisch dat er verschil is in kennis over de markt tussen aanbieder en consument. Dat is geen valide reden om het toezicht uit te breiden.