Wet inburgering
Reactie
Naam | Sociale Dienst Oost Achterhoek (R Hengeveld) |
---|---|
Plaats | Groenlo |
Datum | 11 juli 2019 |
Vraag1
Het wordt op prijs gesteld als in de reactie wordt ingegaan op de volgende vragen:- In het wetsvoorstel is op verschillende manieren rekening gehouden met het ‘doenvermogen’ van de inburgeringsplichtigen (zie toelichting, paragraaf 6). Is dit in uw beleving voldoende gelukt? Worden de bestaande belemmeringen voor inburgeringsplichtigen om in het huidige stelsel vorm te geven aan hun inburgering met het wetsvoorstel voldoende weggenomen?
- Bevat het wetsvoorstel risico’s in het kader van misbruik / fraude waarvoor, in uw beleving, onvoldoende beheersmaatregelen worden genomen? Zo ja, welke risico’s zijn dit en welke aanvullende beheersmaatregelen stelt u voor?
Uitgangspunt van de wet is het vroegtijdig starten met inburgering. Opgemerkt wordt dat de IND een achterstand heeft in de behandeling van aanvragen. Het komt hierdoor voor dat mensen als ze een status krijgen al lange tijd op een proces opvang locatie zitten (POL) en hierdoor in een passieve modus komen. Hierdoor gaat het dus ‘doenvermogen’ achteruit. Dus voorwaarde voor vroegtijdig starten is dus ook dat dit voorkomen wordt door een snellere afhandeling van de aanvragen van de IND.
Geconstateerd wordt dat wanneer nieuwe aanbieders de markt betreden er een risico is van fraude. Het risico wordt nu wat meer beperkt doordat de gemeenten zelf inkopen en afspraken kunnen maken over voortgang.