Wet inburgering
Reactie
Naam | ZZP-er (sociaal domein) (E Zweypfenning) |
---|---|
Plaats | Eindhoven |
Datum | 4 juli 2019 |
Vraag1
Het wordt op prijs gesteld als in de reactie wordt ingegaan op de volgende vragen:- In het wetsvoorstel is op verschillende manieren rekening gehouden met het ‘doenvermogen’ van de inburgeringsplichtigen (zie toelichting, paragraaf 6). Is dit in uw beleving voldoende gelukt? Worden de bestaande belemmeringen voor inburgeringsplichtigen om in het huidige stelsel vorm te geven aan hun inburgering met het wetsvoorstel voldoende weggenomen?
- Bevat het wetsvoorstel risico’s in het kader van misbruik / fraude waarvoor, in uw beleving, onvoldoende beheersmaatregelen worden genomen? Zo ja, welke risico’s zijn dit en welke aanvullende beheersmaatregelen stelt u voor?
Met belangstelling heb ik het concept wetsvoorstel gelezen. Na het lezen heb ik één (juridisch) technische opmerking, één (juridisch) technische kanttekening en één inhoudelijke opmerking.
Technische opmerking:
In artikel 37 lid 1 wordt gesproken over 'artikel 14, vierde lid', terwijl dit vierde lid niet bestaat. Er wordt bedoeld 'derde lid'.
Kanttekening:
In artikel 15 lid 3 wordt gesproken over 'beschikkingen op grond van de Participatiewet'. Dit veronderstelt dat er minimaal twee beschikkingen Participatiewet zijn, terwijl er in de praktijk vaak maar één beschikking wordt afgegeven. Onduidelijk is waarom hier wordt gekozen voor meervoud. Daarnaast veronderstel ik dat er ook inburgeringsplichtigen zijn die een brede intake krijgen zonder een uitkering op grond van de Participatiewet (werken, andere uitkering of iets dergelijks).
Inhoudelijke opmerking:
In artikel 8 (onderwijsroute) wordt in lid 1 een leeftijdscriterium benoemd van 28 jaar. Een 27-jarige valt dus nog onder het 'taalschakeltraject'. Mij is niet helder, en de MvT geeft dit antwoord ook niet, waarom er voor deze leeftijd is gekozen. Naar mijn idee zou het beter zijn om te kiezen voor 27 jaar, zodat in de uitvoering van de Participatiewet (jongeren) en de voorgestelde Inburgeringswet dezelfde grens gehanteerd wordt. Omdat er niet een concrete onderbouwing voor de leeftijd van 28 jaar is opgenomen zou het voor de medewerkers van de sociale diensten (de uitvoering) beter zijn om de leeftijdsgrens op 27 jaar te stellen.