Wet inburgering

Reactie

Naam Nova college (drs. T.D. van den Elst)
Plaats Haarlem
Datum 23 juli 2019

Vraag1

Het wordt op prijs gesteld als in de reactie wordt ingegaan op de volgende vragen:
- In het wetsvoorstel is op verschillende manieren rekening gehouden met het ‘doenvermogen’ van de inburgeringsplichtigen (zie toelichting, paragraaf 6). Is dit in uw beleving voldoende gelukt? Worden de bestaande belemmeringen voor inburgeringsplichtigen om in het huidige stelsel vorm te geven aan hun inburgering met het wetsvoorstel voldoende weggenomen?
- Bevat het wetsvoorstel risico’s in het kader van misbruik / fraude waarvoor, in uw beleving, onvoldoende beheersmaatregelen worden genomen? Zo ja, welke risico’s zijn dit en welke aanvullende beheersmaatregelen stelt u voor?
Reactie Nova college
Vraag 1: In de nieuwe wet wordt meer rekening gehouden met het doenvermogen, of dat voldoende is, zal de praktijk uitwijzen. Goede begeleiding tbv inburgering en de taallessen is cruciaal. Op dit moment krijgen inburgeringsplichtigen vaak niet de mogelijkheid om hun inburgering te combineren met een beroepsopleiding omdat de woongemeente de reiskosten niet wil vergoeden. De insteek zou moeten zijn voor inburgeringsplichtigen onder de 27 jaar dat ze de scholingsroute volgen tenzij dat niet mogelijk is.
Jonge inburgeringsplichtigen hebben in het land van herkomst vaak onvoldoende scholing gevolgd om bij binnenkomst in Nederland direct te kunnen bepalen wat hun capaciteitsniveau is als ze die mogelijkheid wel krijgen.
Er wordt gesproken over een redelijke vergoeding voor de lessen. Een onderwijsinstituut (MBO) dat gehouden is aan een CAO kan nooit concurreren met een private taalaanbieder die zich niet aan die CAO hoeft te houden. Kans bestaat derhalve dat gemeenten gaan inkopen bij private partijen die niet verbonden zijn aan onderwijsinstituten. Het is aan te bevelen de scholingsroute te plaatsen bij opleidingsinstituten die ook de vervolgopleidingen in huis hebben om een goede aansluiting te hebben.Het is kapitaalvernietiging als het diploma gehaald wordt en de inburgeraars dan nog geen toegang krijgen tot de vervolgopleiding.
Vraag 2: de publieke infrastructuur kent voldoende beheersmaatregelen. Vermoei deze niet met tijd en geldverslindende extra keurmerken e.d.
Goede beheersmaatregelen tbv privaat aanbod is hard nodig - zo is afgelopen jaren gebleken.
Nog een extra aandachtspunt: wij merken dat de private markt de “parels” pakt en dat de moeilijker doelgroep doorverwezen wordt naar de publieke infrastructuur. Dat maakt het voor de publieke infrastructuur onmogelijk om gelijke prestaties te leveren tov de private markt. Graag aandacht hiervoor.

Voor het overige verwijs ik graag naar de reactie van de mbo-raad.