Wet inburgering
Reactie
| Naam | ROC van Twente (Dr.ing. G.J.M. Vos) |
|---|---|
| Plaats | Hengelo |
| Datum | 21 juli 2019 |
Vraag1
Het wordt op prijs gesteld als in de reactie wordt ingegaan op de volgende vragen:- In het wetsvoorstel is op verschillende manieren rekening gehouden met het ‘doenvermogen’ van de inburgeringsplichtigen (zie toelichting, paragraaf 6). Is dit in uw beleving voldoende gelukt? Worden de bestaande belemmeringen voor inburgeringsplichtigen om in het huidige stelsel vorm te geven aan hun inburgering met het wetsvoorstel voldoende weggenomen?
- Bevat het wetsvoorstel risico’s in het kader van misbruik / fraude waarvoor, in uw beleving, onvoldoende beheersmaatregelen worden genomen? Zo ja, welke risico’s zijn dit en welke aanvullende beheersmaatregelen stelt u voor?
Doenvermogen: de nieuwe wet is beter toegesneden op de inburgeraars die Nederland wat te bieden hebben en die graag zo snel als mogelijk willen participeren. Wel wordt er ten onrechte van uitgegaan dat er slechts een kleine groep is voor wie dat niet is weggelegd (analfabeten) - de praktijk wijst uit dat dit een aanzienlijke groep betreft voor wie vrijwilligerswerk het hoogst haalbare zal zijn.
Het is jammer dat de wet niet veel meer leunt op de publieke infrastructuur die Nederland rijk is. Nu wordt deze publieke infrastructuur (met bijbehorende cao) gedwongen een commercieel aanbod te doen aan de collega publieke partij, te weten de gemeenten. De vraag is of alle instellingen dit zullen doen, terwijl zij uitstekend in staat zijn een succesvolle begeleiding van de inburgering, inclusief duale onderwijstrajecten en begeleiding naar een duurzame plek op de arbeidsmarkt te faciliteren.
Vraag 2: de publieke infrastructuur kent voldoende beheersmaatregelen. Vermoei deze niet met tijd en geldverslindende extra keurmerken e.d. Goede beheersmaatregelen tbv privaat aanbod is hard nodig - zo is afgelopen jaren gebleken. Nog een extra aandachtspunt: wij merken dat de private markt de parels pakt en dat de rest doorverwezen wordt naar de publieke infrastructuur. Dat maakt het voor de publieke infrastructuur onmogelijk om gelijke prestaties te leveren tov de private markt. Graag aandacht hiervoor.
Voor het overige verwijs ik graag naar de reactie van de mbo-raad.