Wijz Participatiewet voor verbeteren van de ondersteuning van mensen in de bijstand
Reactie
Naam | A Lam |
---|---|
Plaats | Alkmaar |
Datum | 22 januari 2020 |
Vraag1
U kunt reageren op alle onderdelen.Daarnaast is de regering specifiek geïnteresseerd in onderstaande vragen:
In het wetsvoorstel wordt voorgesteld dat als iemand een bijstandsuitkering krijgt toegekend, de gemeente in gesprek gaat met de bijstandsgerechtigde en gezamenlijk afspraken maakt over participatieactiviteiten. Deze afspraken worden periodiek besproken en geëvalueerd.
1. Wat is naar uw mening de gewenste frequentie van het klantcontact tussen de gemeente en de bijstandsgerechtigde als het gaat om het kunnen bieden van passende ondersteuning en eventuele benodigde voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling en, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, andere vormen van participatie en wederkerigheid? In het wetsvoorstel staat nu nog bewust een PM (zie paragraaf 4 van de memorie van toelichting).
2. Hoe moet volgens u dit klantcontact vormgegeven worden, ook in samenhang met de frequentie van het contact? Daarbij kunt u denken aan gesprekken in persoon, telefonisch, per mail, et cetera.
3. Welke randvoorwaarden zijn volgens u nodig om deze frequentie en vorm van klantcontact te realiseren en om inhoud te kunnen geven aan het maken van participatieafspraken met alle bijstandsgerechtigden?
-1- Met welke frequentie van het klantcontact moet plaatsvinden, zal per dossier verschillen. Stel de eerste keer samen een plan inclusief tijdpad op, hoe vaag en onzeker ook, van het beoogde traject, laat daaruit volgen op welke termijn het zinvol is om opnieuw te overleggen, en bespreek iedere volgende keer de voortgang, hoe het plan evt. moet worden bijgesteld en op welke termijn het zinvol is om opnieuw te overleggen.
-2- De preciese vormgeving van het contact zal eveneens per dossier verschillen. Ook dit is een punt van overleg tussen de klant en de begeleider. Maar ik stel me zo voor dat het beste fundament wordt gelegd als het eerste contact in persoon gebeurt.
-3- De belangrijkste voorwaarde om het klantcontact goed te laten werken is om steeds de gemaakte afspraken en de feitelijke ontwikkelingen te documenteren. Bij contact via e-mail gebeurt dat vanzelf, bij mnondelininge contacten (telefonisch of in persoon) zal er iedere keer een gespreksverslag moeten worden gemaakt. Het valt te overwegen om van mondelinge contacten geluidsopnames te maken, mits de klant ermee instemt. Ook valt te overwegen de klant een soort dagboek bij te laten houden van alles wat relevant lijkt. Op langere termijn kunnen onderzoekers de verzamelde documentatie gebruiken om succes- en faalfactoren op te sporen en zo het beleid steeds beter te enten op de eigen aardigheden van de weerbarstige werkelijkheid in plaats van op ongetoetste aannames.
Algemeen: leg zoveel mogelijk verantwoordelijkheid neer bij de klant, en formaliseer zo min mogelijk. De begeleider geeft tips en houdt de vinger aan de pols, maar is geen dominee of schoolmeester. Het beste lijkt mij een relatie op te bouwen die lijkt op die van een arts met een patiënt. De bijstandsgerechtigde is iemand met een kreupele loopbaan en zoekt hulp om daarvan te genezen.