Wijz Participatiewet voor verbeteren van de ondersteuning van mensen in de bijstand

Reactie

Naam Gemeente Gouda (Ir. M.H. Haring)
Plaats Gouda
Datum 14 januari 2020

Vraag1

U kunt reageren op alle onderdelen.

Daarnaast is de regering specifiek geïnteresseerd in onderstaande vragen:

In het wetsvoorstel wordt voorgesteld dat als iemand een bijstandsuitkering krijgt toegekend, de gemeente in gesprek gaat met de bijstandsgerechtigde en gezamenlijk afspraken maakt over participatieactiviteiten. Deze afspraken worden periodiek besproken en geëvalueerd.
1. Wat is naar uw mening de gewenste frequentie van het klantcontact tussen de gemeente en de bijstandsgerechtigde als het gaat om het kunnen bieden van passende ondersteuning en eventuele benodigde voorzieningen, gericht op arbeidsinschakeling en, als arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, andere vormen van participatie en wederkerigheid? In het wetsvoorstel staat nu nog bewust een PM (zie paragraaf 4 van de memorie van toelichting).
2. Hoe moet volgens u dit klantcontact vormgegeven worden, ook in samenhang met de frequentie van het contact? Daarbij kunt u denken aan gesprekken in persoon, telefonisch, per mail, et cetera.
3. Welke randvoorwaarden zijn volgens u nodig om deze frequentie en vorm van klantcontact te realiseren en om inhoud te kunnen geven aan het maken van participatieafspraken met alle bijstandsgerechtigden?
1 en 2. Afhankelijk van de situatie van de uitkeringsgerechtigde.
Voor cliënten met een korte afstand is zeer regelmatig contact wenselijk, minimaal 4 keer per jaar persoonlijk contact, en minimaal 1 keer per 2 weken contact via telefoon/What's app / mail. Vaker op het moment dat nog gezocht wordt naar inzet van ondersteuning.
Voor cliënten met een lange afstand is maatwerk gewenst, maar in ieder geval minimaal 2 keer per jaar (waarvan 1 keer persoonlijk contact en 1 keer evt. telefonisch).
Belangrijk is bij alle gesprekken een integrale aanpak te hanteren waarbij naar de situatie van de cliënt wordt gekeken vanuit de diverse leefgebieden en verbinding wordt gemaakt tussen de verschillende betrokken (interne en externe) organisatie-onderdelen.
3. Voor het inzichtelijk brengen van het cliëntenbestand en regelmatig contact is initieel veel meer capaciteit nodig; inzichtelijk houden en regelmatig contact onderhouden kan binnen reguliere capaciteit worden uitgevoerd. Hiervoor is aanpassing van de werkprocessen en werkwijze noodzakelijk.