Besluit verbetering beschikbaarheid jeugdzorg

Reactie

Naam Gemeente Dronten (P.M.R. Duvekot)
Plaats Dronten
Datum 27 augustus 2024

Vraag1

1. Wilt u uw reactie geven op deze voorgestelde wijziging van het Besluit Jeugdwet?
Als wethouder met verantwoordelijkheid voor jeugdzorg ben ik diep bezorgd over de voorgestelde wijzigingen in het Besluit Jeugdwet. Hoewel ik begrijp dat hervorming noodzakelijk is, geloof ik dat het huidige voorstel om verplichte regionale samenwerking voor de inkoop van jeugdhulp op te leggen een herhaling is van eerdere beleidsfouten. Dr. Sharon Stellaard benadrukt in haar onderzoek “Boemerangbeleid” het belang van leren van het verleden en de noodzaak om te reflecteren op wat werkelijk werkt. Helaas biedt het huidige voorstel geen ruimte voor deze reflectie en dreigt het dezelfde problemen te herhalen die we in het verleden hebben ervaren.

In plaats van door te gaan op deze lijn, pleit ik voor een pas op de plaats. Laten we de tijd nemen om echt na te denken over ons jeugdzorgstelsel en de onderliggende vraagstukken. Dit betekent niet dat we stil moeten staan, want ik begrijp bijvoorbeeld goed dat aanbestedingen en lopende opdrachten gewoon nageleefd moeten worden. Hier is geen quick fix mogelijk. Het is essentieel dat we onszelf ook de ruimte geven voor een breed maatschappelijk debat over de nut en noodzaak van jeugdzorg en de rol van de overheid hierin. Alleen door deze reflectie kunnen we tot duurzame en effectieve hervormingen komen.

Vraag2

Uit het wetsvoorstel volgt dat jeugdhulpvormen (minimaal) regionaal moeten worden ingekocht als is voldaan aan één of meer van de volgende criteria:
• schaarste van de vraag;
• schaarste van het aanbod;
• de complexiteit van de problematiek in combinatie met de daarvoor benodigde multidisciplinaire specialistische expertise;
• het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om verantwoorde jeugdhulp te kunnen leveren;
• het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om een gezonde bedrijfsvoering te kunnen voeren.

2. Voldoen de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit aan deze criteria? Zo nee, welke jeugdhulpvorm(en) niet en waarom?
3. Ontbreken er jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit? Zo ja, welke?
4. Zijn de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit duidelijk genoeg afgebakend ten opzichte van jeugdhulpvormen die lokaal kunnen worden ingekocht?
Hoewel de jeugdhulpvormen in het ontwerpsbesluit theoretisch aan de criteria voldoen, is het duidelijk dat deze aanpak niet de diepere hervorming zal brengen die nodig is. Het voorstel mist een echte afbakening tussen wat regionaal en wat lokaal moet worden ingekocht, en houdt onvoldoende rekening met de diversiteit van behoeften binnen gemeenten. Ik zie de waarde van regionale samenwerking en erken dat niet alle problemen met lokale en preventieve zorg kunnen worden opgelost. Echter, door inkoop te reguleren op de voorgestelde manier, verliezen we de flexibiliteit die nodig is om effectief te reageren op specifieke lokale omstandigheden.

Wat we nodig hebben is geen verdere regulering, maar moed om een fundamentele discussie aan te gaan over de doelen van jeugdzorg en de rol van de overheid. We moeten ruimte creëren voor innovatieve ideeën en samenwerking tussen alle betrokken partijen (gemeenten, zorgaanbieders, ervaringsdeskundigen, en burgers) om gezamenlijk te zoeken naar de beste oplossingen.

Vraag3

De omschrijving van de jeugdhulpvorm ‘gespecialiseerde ggz’ sluit aan bij de ggz-standaarden. In de praktijktest is de vraag besproken of deze omschrijving voldoende onderscheidende kenmerken bevat om voor de praktijk helder te maken wat er wel en niet valt onder deze jeugdhulpvorm. In dit kader leggen wij u een aantal vragen voor, specifiek over de gespecialiseerde ggz:

5. Voldoet het gehele aanbod van gespecialiseerde ggz aan de criteria uit het wetsvoorstel?
6. Is het mogelijk, op basis van de criteria van het wetsvoorstel, bepaalde kenmerken te onderscheiden van de zorgvraag en/of het zorgaanbod om te kunnen bepalen of het lokaal zou moeten worden ingekocht?
7. Zou het voor de duidelijkheid en bruikbaarheid in de praktijk helpen om bij de gespecialiseerde ggz kenmerken te noemen van de aanbieders van deze vorm van jeugdhulp en/of de wijze van behandeling die in het kader van deze jeugdhulpvorm plaatsvindt? Zo ja, waarom en welke eisen kunnen dat zijn? Zo nee, waarom niet?
5. Hoewel het aanbod van gespecialiseerde ggz in theorie aansluit bij de criteria uit het wetsvoorstel, zie ik in de praktijk een ander beeld. We lopen vast in rigide structuren die ons beperken in onze mogelijkheden om op maat gemaakte, effectieve zorg te leveren. Dit wetsvoorstel mist de flexibiliteit om de unieke behoeften van verschillende gemeenten en hun inwoners te ondersteunen.
6. Ja, op basis van de criteria van het wetsvoorstel zou het mogelijk moeten zijn om te bepalen welke zorg lokaal zou moeten worden ingekocht. Echter, dit wetsvoorstel biedt geen ruimte voor de nuances die nodig zijn om dit onderscheid effectief te maken. We moeten in staat zijn om lokaal maatwerk toe te passen waar dat nodig is, vooral voor vroegsignalering en preventieve zorg.
7. Het zou zeker helpen om duidelijke onderscheidende kenmerken te formuleren voor gespecialiseerde ggz-aanbieders en hun behandelingen. Echter, de oplossing ligt niet in meer regels en definities, maar in het faciliteren van een echte dialoog en samenwerking in het veld. Ik daag de landelijke overheid uit om lef te tonen en daadwerkelijke hervorming te faciliteren door consultaties in het veld en in de samenleving. We hebben geen kant-en-klare oplossing, anders was die allang ingevoerd. Het is tijd om samen met inwoners, ervaringsdeskundigen, brancheorganisaties, de VNG en alle betrokken overheden naar die oplossingen te zoeken.