Besluit verbetering beschikbaarheid jeugdzorg
Reactie
Naam | Valente (mevrouw M. Caminada) |
---|---|
Plaats | Amersfoort |
Datum | 5 september 2024 |
Vraag1
1. Wilt u uw reactie geven op deze voorgestelde wijziging van het Besluit Jeugdwet?Met deze reactie brengt branchevereniging Valente de feitelijke uitsluiting van jeugdhulp aan kinderen in de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang onder de aandacht. De positie van deze kwetsbare groep moet verstevigd worden door onderdeel uit te gaan maken van de grootscheepse veranderingen die de Hervorming Jeugdzorg en het Toekomstscenario Jeugd- en gezinsbescherming in gang zetten, waaronder deze wetswijziging. Door dit te doen wordt ook gehoor gegeven aan de oproep van de Raad voor de Volksgezondheid en Samenleving in haar rapport ‘Kinderen uit de knel’ (2023) om het belang van kinderen centraal te stellen in hulp aan ouders en gezinnen.
De hulp aan kinderen die met een ouder in een Wmo voorziening verblijven is specialistisch. Deze kinderen groeien op in een complexe context en in een ontwrichte gezinssituatie. Dit vergroot de kans op intergenerationele overdracht van de (gezins-)problematiek. Problemen van ouders zijn ook een probleem voor kinderen, zoals ook de RVS (2023) benadrukt. Hetzelfde geldt voor de hulp: De hulp van ouders en kinderen gaan hand in hand met elkaar. De hulp moet systeemgericht en integraal worden aangepakt.
We vragen u met een integrale blik en over de grenzen van de Jeugdwet gefinancierde hulpvormen heen te kijken, zoals ook de ingezette lijn is van de Hervorming Jeugdzorg en het Toekomstscenario Jeugd- en gezinsbescherming. NB. Waar wij in deze reactie spreken over hulp vanuit de maatschappelijke opvang of vrouwenopvang dan bedoelen we daar zowel hulp met verblijf als (ambulante) begeleiding aan huis (ter preventie van opname) mee.
In de bijlage leest u onze verdere reactie.
Vraag2
Uit het wetsvoorstel volgt dat jeugdhulpvormen (minimaal) regionaal moeten worden ingekocht als is voldaan aan één of meer van de volgende criteria:• schaarste van de vraag;
• schaarste van het aanbod;
• de complexiteit van de problematiek in combinatie met de daarvoor benodigde multidisciplinaire specialistische expertise;
• het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om verantwoorde jeugdhulp te kunnen leveren;
• het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om een gezonde bedrijfsvoering te kunnen voeren.
2. Voldoen de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit aan deze criteria? Zo nee, welke jeugdhulpvorm(en) niet en waarom?
3. Ontbreken er jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit? Zo ja, welke?
4. Zijn de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit duidelijk genoeg afgebakend ten opzichte van jeugdhulpvormen die lokaal kunnen worden ingekocht?
Vraag 3: Ja. Er ontbreken hulpvormen in het ontwerpbesluit.
Ten eerste: Hulp aan kinderen in maatschappelijke opvang (MO) en vrouwenopvang (VO) waar de gemeente van herkomst volgens het Woonplaatsbeginsel Jeugd (WJ) de jeugdhulp moet organiseren, mist in het ontwerpbesluit. Deze groep kinderen is een duidelijk gekaderde, maar zeer selecte groep kinderen. De toepassing van het WJ is onuitvoerbaar gebleken voor deze groep kinderen. De gemeente van herkomst is niet vast te stellen of inkoop van hulp vanuit de gemeente van herkomst komt niet of moeizaam op gang. De situatie waar de MO en VO mee te maken heeft is zeer uitzonderlijk en is niet te vatten in regels.
Het WJ pakt nadelig uit voor deze groep kinderen. Zij krijgen geen of te laat hulp. Uitblijven of vertraging van hulp zorgt voor verergering van de problemen en stagnatie van de hulp aan de ouder(s). Bovendien lopen opvangorganisaties financiële risico’s als gevolg van het WJ.
Valente beschreef de knelpunten die (kinderen in de) MO en VO organisaties ervaren vanuit het WJ in een memo gericht aan het ministerie van VWS, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en Jeugdzorg Nederland (2024, zie bijlage). Hierin noemen we centrale inkoop ook als oplossingsrichting. Onderwijs-zorg arrangementen binnen het specialistisch onderwijs vinden we een goed voorbeeld hoe de (boven)regionale inkoop georganiseerd kan worden.
Het toevoegen van jeugdhulp aan deze groep kinderen aan de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit zorgt voor ‘twee vliegen in een klap’. Regionaal of landelijk inkopen van de hulp garandeert de toegang tot hulp aan de kinderen. En de administratieve lasten voor gemeenten en – in de praktijk veelal – de zorgaanbieders verlagen. Dit is in lijn met de beoogde doelen van het ontwerpbesluit.
Ten tweede: In de breedste zin mist hulp aan kinderen in Wmo verblijfsvoorzieningen in het ontwerpbesluit. De noodzakelijke hulp aan de gehele groep kinderen in Wmo verblijfsvoorzieningen vertoont grote overeenkomsten met andere vormen van gezinshulp waarbij kinderen en ouders verblijven in een voorziening in het kader van de Jeugdwet (artikel 2.2.3). Het verschil is dat de Wmo voorzieningen van oudsher gericht zijn op de hulp aan ouders en vanuit dat perspectief gefinancierd worden vanuit de Wmo. In de lijn met de gezinsgerichte aanpak binnen Hervormingsagenda Jeugdzorg en het Toekomstscenario is het vanzelfsprekend dat de kinderen in Wmo voorzieningen de benodigde jeugdhulp krijgen.
Vraag3
De omschrijving van de jeugdhulpvorm ‘gespecialiseerde ggz’ sluit aan bij de ggz-standaarden. In de praktijktest is de vraag besproken of deze omschrijving voldoende onderscheidende kenmerken bevat om voor de praktijk helder te maken wat er wel en niet valt onder deze jeugdhulpvorm. In dit kader leggen wij u een aantal vragen voor, specifiek over de gespecialiseerde ggz:5. Voldoet het gehele aanbod van gespecialiseerde ggz aan de criteria uit het wetsvoorstel?
6. Is het mogelijk, op basis van de criteria van het wetsvoorstel, bepaalde kenmerken te onderscheiden van de zorgvraag en/of het zorgaanbod om te kunnen bepalen of het lokaal zou moeten worden ingekocht?
7. Zou het voor de duidelijkheid en bruikbaarheid in de praktijk helpen om bij de gespecialiseerde ggz kenmerken te noemen van de aanbieders van deze vorm van jeugdhulp en/of de wijze van behandeling die in het kader van deze jeugdhulpvorm plaatsvindt? Zo ja, waarom en welke eisen kunnen dat zijn? Zo nee, waarom niet?
n.v.t.