Besluit verbetering beschikbaarheid jeugdzorg
Reactie
Naam | de Samenwerkende Beroepsverenigingen Jeugd (SBJ) (L. Hogeboom) |
---|---|
Plaats | Utrecht |
Datum | 6 september 2024 |
Vraag1
1. Wilt u uw reactie geven op deze voorgestelde wijziging van het Besluit Jeugdwet?Ja. SBJ is -als een van de ondertekenaars van de Hervormingsagenda Jeugd- nauw betrokken geweest bij dit wetsvoorstel dat beoogt om de zorginkoop van gespecialiseerde jeugdhulp te organiseren op het niveau van de 42 jeugdhulpregio’s. Voor SBJ is het verbeteren van de toegankelijkheid van jeugdhulp en het vereenvoudigen van administratieve processen cruciaal. We zijn van mening dat het regionaliseren en standaardiseren van de inkoop van jeugdhulp hieraan een bijdrage gaat leveren.
Gespecialiseerde en hooggespecialiseerde jeugdhulp gaat sinds de overgang naar gemeenten onder de Jeugdwet 2015 gebukt onder een hoge mate van versnippering van de inkoop, het aanbod en administratieve belasting. In onze optiek is dit een logisch gevolg van een te ver doorgevoerde decentralisatie naar meer dan 300 gemeenten met elk een eigen inkoopbeleid, en soms slechts beperkte kennis van, en/of aandacht voor, de uitwerking en uitvoerbaarheid van dit beleid voor jeugdhulpprofessionals. Ook is er weinig aandacht bij gemeenten voor de impact van het inkoopbeleid voor de professional en de jeugdige en het gezin waar deze mee werkt. We zijn daarom verheugd met het beleidsvoornemen om de zorginkoop van gespecialiseerde jeugdhulp te regionaliseren, zeker omdat dit een basis legt van waaruit verdere standaardisering vorm krijgt.
We benadrukken dat alle jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit uitvoerig zijn besproken en getoetst in de vijfhoek van vertegenwoordigers van het Rijk, gemeenten, jeugdhulpaanbieders, jeugdprofessionals en cliëntenorganisaties. Dit gebeurde op het niveau van werkgroep, stuurgroep en bestuurlijk overleg van de Hervormingsagenda, en in nauwe samenspraak met de achterbannen van de partijen waaronder de professionals in het brede jeugddomein.
Vraag2
Uit het wetsvoorstel volgt dat jeugdhulpvormen (minimaal) regionaal moeten worden ingekocht als is voldaan aan één of meer van de volgende criteria:• schaarste van de vraag;
• schaarste van het aanbod;
• de complexiteit van de problematiek in combinatie met de daarvoor benodigde multidisciplinaire specialistische expertise;
• het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om verantwoorde jeugdhulp te kunnen leveren;
• het volume dat een jeugdhulpaanbieder nodig heeft om een gezonde bedrijfsvoering te kunnen voeren.
2. Voldoen de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit aan deze criteria? Zo nee, welke jeugdhulpvorm(en) niet en waarom?
3. Ontbreken er jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit? Zo ja, welke?
4. Zijn de jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit duidelijk genoeg afgebakend ten opzichte van jeugdhulpvormen die lokaal kunnen worden ingekocht?
Alle jeugdhulpvormen in het ontwerpbesluit voldoen aan de criteria die hierboven zijn genoemd. De lijst in het ontwerpbesluit is volledig en duidelijk afgebakend ten opzichte van jeugdhulpvormen die lokaal kunnen worden ingekocht. Bij alle gespecialiseerde jeugdhulp is sprake van een combinatie van de criteria. Bovendien zijn alle criteria op de juiste wijze toegepast in het wetsvoorstel. Het betreft jeugdhulpvormen waarbij vrijwel alle zorgaanbieders -ook vrijgevestigden- cliënten uit verschillende gemeenten ondersteunen (met een enkele uitzondering van aanbieders die werken in slechts één grote gemeente). De beschreven specialistische jeugdhulpvomen worden dus vrijwel altijd bovenlokaal aangeboden. De jeugdhulpvormen zijn de uitkomst van een zorgvuldig en intensief proces dat is doorlopen door een samenwerking van experts vanuit de diverse perspectieven die vertegenwoordigd zijn binnen de (werkgroep van de) Hervormingsagenda. Daarmee menen wij dat regionale inkoop beter passend is. De jeugdhulpvormen die regionaal zijn ingekocht, kunnen vervolgens in samenhang met het lokale aanbod worden georganiseerd en uitgevoerd. Zo kan op- en afschaling van jeugdhulp plaatsvinden als het nodig is. We pleiten er dan ook voor dat vanuit regionale én landelijke inkoop aandacht is voor de uitvoering in de lokale context. Zo kan er een samenhangend aanbod worden gecreëerd met een stevige lokale basis waarin samengewerkt wordt met aanpalende domeinen, en de toevoeging van gespecialiseerde zorg indien nodig.
Uiteraard is het van belang dat er op verschillende momenten en manieren gekeken wordt naar de effecten van de implementatie van dit wetsvoorstel. Gaan de jongeren, gezinnen en professionals er écht op vooruit? Kunnen professionals doen wat nodig is? En zijn er geen onnodige (administratieve en/of organisatorische) belemmeringen gecreëerd?
Vraag3
De omschrijving van de jeugdhulpvorm ‘gespecialiseerde ggz’ sluit aan bij de ggz-standaarden. In de praktijktest is de vraag besproken of deze omschrijving voldoende onderscheidende kenmerken bevat om voor de praktijk helder te maken wat er wel en niet valt onder deze jeugdhulpvorm. In dit kader leggen wij u een aantal vragen voor, specifiek over de gespecialiseerde ggz:5. Voldoet het gehele aanbod van gespecialiseerde ggz aan de criteria uit het wetsvoorstel?
6. Is het mogelijk, op basis van de criteria van het wetsvoorstel, bepaalde kenmerken te onderscheiden van de zorgvraag en/of het zorgaanbod om te kunnen bepalen of het lokaal zou moeten worden ingekocht?
7. Zou het voor de duidelijkheid en bruikbaarheid in de praktijk helpen om bij de gespecialiseerde ggz kenmerken te noemen van de aanbieders van deze vorm van jeugdhulp en/of de wijze van behandeling die in het kader van deze jeugdhulpvorm plaatsvindt? Zo ja, waarom en welke eisen kunnen dat zijn? Zo nee, waarom niet?
Vanuit de jeugdige en het gezin/systeem die we toegankelijke, passende zorg willen bieden, is het wenselijk en noodzakelijk dat het hele aanbod gespecialiseerde ggz op regionaal niveau wordt ingekocht. Behandelaren zijn nu al veel tijd kwijt aan het uitzoeken van regels, administratieve uitwerking en onderhandelen over noodzakelijke zorg bij complexe en risicovolle cliënten. Als gekozen wordt voor lokale inkoop hiervan, zal dit alleen maar meer en meer diffuus worden, omdat dan lokaal bepaald wordt wat waar wel of niet binnen past. In de optiek van SBJ voldoet het gehele aanbod gespecialiseerde ggz aan de criteria uit het wetsvoorstel en is de omschrijving van de jeugdhulpvorm ‘gespecialiseerde ggz’ werkbaar in de praktijk. Een verdere onderverdeling van de gespecialiseerde ggz vindt SBJ onwenselijk. In het bijgevoegde document lichten we ons standpunt verder toe.